https://www.rd.nl/image/contentid/policy:1.1666940:1590774163/2020-05-29-KRK2-archeologie1-5-FC-web.jpg?f=16x9&%24p%24f=a0f616d
De archeologische plek Tel Jemmeh. beeld Israëlische Oudheidkundige Dienst

„Kanaänieten kwamen uit Kaukasus en Iran”

by

De Kanaänieten, die in verschillende stadstaten woonden, vertonen culturele en genetische overeenkomsten. Ze kwamen waarschijnlijk uit Iran en de Kaukasus.

Dat maakten onderzoekers van de Hebreeuwse Universiteit van Jeruzalem donderdag bekend in het wetenschappelijk blad Cell.

De Kanaänieten woonden tussen 3500 en 1150 voor Christus in de zuidelijke Levant. De Levant ligt in het huidige Israël, Jordanië, Libanon en Syrië.

Hoogleraar Liran Carmel en zijn collega’s ontdekten waar de Kanaänieten vandaan kwamen. Volken migreerden over een lange periode naar de zuidelijke Levant. Ze kwamen uit noordoostelijke richting, onder meer uit de Kaukasus en Iran.

De heersers van de stadstaten in Kanaän hadden aan het einde van de bronstijd (1550 tot 1200 voor Christus) niet-Semitische namen. Mogelijk stamt ook meer dan de helft van de huidige Arabische en Joodse groepen mede van de Kanaänieten af.

Carmel en zijn collega’s komen tot deze conclusie nadat ze het DNA van de beenderen van 93 mensen onderzochten. Die zijn gevonden in negen archeologische opgravingen.

De Israëlische Oudheidkundige Dienst maakte deze week de vondst bekend van een steen waarop een naakte gevangene is afgebeeld. Wetenschappers denken dat het object afkomstig is uit de 12e tot 15e eeuw voor Christus. In deze tijd regeerde Egypte over Kanaän. Kanaän was verdeeld in stadstaten onder leiding van koningen, die elkaar bestreden.

De onderzoekers geloven dat de afbeelding de strijd symboliseert tussen de Kanaänitische steden of tussen een van de steden en nomaden uit de Negev. De kunstenaar wilde er de macht van een koning over zijn vijanden mee laten zien.

De vondst werd gedaan door de zesjarige Imri Elya. Hij bezocht met zijn ouders Tel Jemmeh, de vroegere Filistijnse stad Yurza. Zijn ouders belden onmiddellijk de archeologische dienst, die hem een oorkonde gaf.