Na weer een dode door politiegeweld: ‘Als zwarte Amerikaan ben je nooit, nóóit veilig’
by Michael PerssonAl dagen is de stad Minneapolis het toneel van demonstraties, brandstichting en plundering. De aanleiding: de dood van een zwarte man, de 46-jarige George Floyd, door politiegeweld. Weer eentje.
✦Exclusief voor abonnees door Michael Persson29 mei 2020, 21:50
De woede begint kalm, donderdagavond in de Amerikaanse stad Minneapolis. Als zich om een uur of zes duizenden mensen verzamelen op het plein voor het stadhuis, gebruiken ze eerst vooral hun stem om te laten merken hoe boos ze zijn.
“Ik krijg geen lucht!”, “Zeg zijn naam!”, “Gerechtigheid voor George!”, “Arresteer ze nu!”, “Alle vier!”
Uit de gescandeerde leuzen en de kreten op de kartonnen bordjes valt al in grote lijnen op te maken wat er drie dagen eerder is gebeurd. George Floyd, een zwarte man van 46, werd maandag gearresteerd omdat hij een cheque zou hebben vervalst. Hij deed weinig bedreigends, hij had geen wapen, hij verzette hij zich niet tegen zijn arrestatie, en toch plaatste een van de agenten die hem arresteerden, Derek Chauvin, zijn knie op Floyds keel, waardoor hij stikte. Floyd zelf zei dat hij geen lucht kreeg, er kwam bloed uit zijn neus, en de omstanders die het filmden zagen dat het misging, maar toch ging Chauvin door. Floyd overleed even later in het ziekenhuis.
Weer eentje.
Dat dit zoveelste incident allang geen incident meer is, is te zien aan de foto’s en namen die sommige demontranten meedragen, de gezichten van al die andere slachtoffers van politiegeweld de afgelopen jaren. In Minneapolis alleen al zijn er verschillende zaken geweest. Er werd beterschap beloofd, er werden hervormingen beloofd – er is niets gebeurd. Chauvin, de man die George Floyd doodde, had al achttien klachten op zijn naam staan.
“Ik heb de rellen van 1967 hier nog meegemaakt”, zegt Judy Nagel, een 67-jarige dame in korte broek die met een ijle stem meeroept. “Die gingen precies over hetzelfde racisme bij de politie. En nu sta ik hier weer.”
Ze houdt enige afstand van de massa, maar “dit is belangrijker dan de pandemie”, zegt ze. “Corona is een bedreiging van buiten. Racisme zit in de maatschappij.”
Zwart, wit en bruin
De demonstranten zijn zwart en wit en bruin, met opvallend veel moslima’s uit de Somalische gemeenschap hier, vooral twintigers en dertigers, soms met de fiets aan de hand, die weten hoe zo’n demonstratie werkt: de man met de megafoon roept “No Justice!”, en dan roept de rest “No Peace!”. De vrouw met de megafoon roept eindeloos “Zeg zijn naam!” en dan zeggen ze zijn naam, “George Floyd!”, een naam die eindeloos weerkaatst tussen de blokken met hotels en banken en overheidskantoren, maar nergens tot rust komt.
“Het laat weer zien dat we als zwarte Amerikanen nooit, nooit veilig zijn”, zegt Byron Alexander (32), een man in het zwart met een pistool in zijn broekband. “Niet alle agenten zijn slecht, maar ik ben bang voor de politie. Ze kunnen ons niet beschermen. Daarom draag ik dit. We moeten onszelf beschermen.”
Hij staat voor een rij met politieagenten die een overheidsgebouw bewaken – allemaal wit. Sommige demonstranten schelden ze van dichtbij uit, “Bitch”, “Fuck you”, of hoe laf ze zijn of hoe kaal ze zijn. De politiemensen verroeren zich niet, staren voor zich uit, sommige met glanzende ogen van schrik of vernedering.
“Ze terroriseren ons”, zegt Michael McDowell, een van de lokale Black Lives Matter-leiders, bijna te hees om nog te kunnen praten. “Ons geduld is op. We willen geen hervormingen meer. We willen dat de politie wordt ontbonden, en dan opnieuw wordt opgebouwd.”
De stoet zet zich weer in beweging, nu onrustiger, met jongens met blote basten die soms een stukje rennen; het is een stormram die naar voren wil, die iets wil raken, maar wat? De politie wordt zenuwachtig. Een groepje van vier auto’s weet net aan de zwerm te ontkomen, een peloton te paard galoppeert een zijstraat in, een stel fietsagenten pakt voor het eerst vanavond de pepperspray.
Kapitalisme
De avond ervoor liep op rellen uit: er werd een Target geplunderd, een grote Amerikaanse supermarktketen met het hoofdkantoor in Minneapolis. McDowell wil de rellen niet goedpraten, zegt hij, maar veel medelijden heeft hij ook niet. “De CEO’s zijn medeplichtig”, zegt hij. “Politiemannen zijn de ordehandhavers van het kapitalisme. Dit land is gebouwd op zwarte mensen, en de ongelijkheid kan alleen met geweld in stand worden gehouden. Dat is wat de politie doet. Wij zijn lang niet zo gewelddadig als het systeem.”
Nu zoeken de betogers een nieuwe uitweg voor hun energie. In de voorhoede worden vuilnisbakken op de tramrails gegooid, daarachter zet iemand ze netjes terug. Iemand met een enorme vleespriem prikt een eerste barst in de ruit van een bankkantoor. Een man met een ontblote bast heeft ineens een steigerbuis in zijn handen en twijfelt heel even bij de ruit – maar een oudere man maant hem door te lopen. “Veel te driftig, die jongelui.”
“We worden ingesloten!”, roept McDowell ineens – rond de mars zwermen verkenners op fietsen die af en toe verslag uitbrengen van de manoeuvres van de politie. “Terug!”, zegt McDowell. En dan hoort hij iets over zijn telefoon. “We gaan naar het politiebureau!”
Demonstreren is niet meer genoeg
Via eens stuk snelweg ontkomen de betogers en lopen naar het zuiden van de stad, steeds van water en proviand voorzien door omstanders en meelopers. “Wat ze ook gaan doen, er moet iets gebeuren”, zegt Stephanie Peterson, een witte demonstrant die uit het noorden van Minnesota naar Minneapolis is gereden – maar nu terug naar huis moet, anders wordt het te laat. “Een demonstratie is niet meer genoeg. Dat hebben we al zo vaak geprobeerd. Als er één kans is om het initiatief te nemen, is het nu. Ik kom uit het noorden, ik woon tussen de Trump-stemmers, en ze hebben het allemaal gezien, ik hoor het van hen allemaal: de politie zit fout.”
Als de stoet bij het politiebureau aankomt, het bureau van het derde district waar de vier mannen gestationeerd waren die George Floyd hebben gedood, zijn de eerste betogers al achter de dranghekken. Geen politie te bekennen, behalve vier man op het dak, die met vuurwerk lijken te worden verjaagd. Sommige betogers gooien houten platen die de ramen hadden moeten beschermen op een hoop en stoken een vuur tegen de buitenmuur. Rond het bureau steken betogers hun vuisten omhoog. Oog om oog, heeft iemand op de muur gekalkt. Het bolwerk van de vijand is veroverd.
Burgemeester Jacob Frey van Minneapolis zal die nacht op een persconferentie zeggen dat hij het bevel heeft gegeven om het bureau te ontruimen, voordat het overrompeld zou worden door de demonstranten. “De symboliek van een gebouw weegt niet op tegen de waarde van mensenlevens, van onze agenten en van het publiek”, zei hij. “Het gebouw werd acuut bedreigd.”
Gezagsvacuüm
De terugtrekking leidt tot een compleet gezagsvacuüm – dit is dus wat anarchie betekent – in het gebied, dat de hele nacht zal duren. Duizenden demonstranten, slopers en plunderaars drommen samen op het kruispunt voor het politiebureau, halen de tegenoverliggende slijterij leeg en steken die in de fik. Tussen de leuzen door zetten aanvoerder de flessen wijn aan de mond. Vuurwerk wordt met gejuich ontvangen, net als het bezwijken van een tramhokje. Er gaat een auto op een vreugdevuur, en in het nabijgelegen winkelcentrum worden de scholen leeggeroofd.
“De Nationale Garde komt eraan!”, wordt er uren geroepen, en af en toe rennen mensen nerveus weg van een knallende vuurpijl (Donald Trump heeft per Twitter gedreigd dat plunderen tot schieten leidt). Maar er komt niemand: geen politie, geen brandweer, geen leger. Alles wat wordt aangestoken, zal affikken. Het is de alcohol die de aanwezigen uiteindelijk overmant. Tegen de ochtend veegt de politie vrij simpel het kruispunt leeg, en komt de brandweer onder bescherming van het leger de ruïnes blussen. Maar overal in de wijk, op tientallen andere plekken, stijgen dan nieuwe rookpluimen op (onder meer een jongerencentrum voor native Americans moet eraan geloven).
“Het zat eraan te komen”, zegt Robin Halloum, een (witte) buurtbewoner die om een uur of zes naar de vuren kijkt. “Het is verschrikkelijk”, zegt ze. “Maar misschien dat het zo erg wordt dat er eindelijk iets verandert.”
Vrijdagmiddag werd Chauvin gearresteerd. De andere drie agenten lopen nog vrij rond.