Rechter: restaurant mag loon niet halveren om corona

Bedrijven mogen niet zomaar het salaris van hun personeel halveren vanwege de coronacrisis. Dat heeft de rechtbank van Amsterdam bepaald in een zaak die was aangespannen door een medewerker van een Turkse broodjeszaak in het centrum van Amsterdam.

Volgens arbeidsjurist Pascal Besselink van DAS is het de eerste keer dat een Nederlandse rechter uitspraak doet in een arbeidsconflict veroorzaakt door de coronacrisis.

Geen klanten meer

Het restaurant had per 1 maart nieuwe medewerkers in dienst genomen, om voorbereid te zijn op het drukke toeristenseizoen. Normaal gesproken begint dat in maart, maar dit jaar liep alles anders. Door de anti-coronamaatregelen bleven niet alleen de toeristen weg, ook klanten uit de buurt mochten niet meer naar binnen.

Het bedrijf, Dam bv, sloot zijn deuren van halverwege maart tot eind april, waarna het weer opstartte met een beperkte afhaalservice.

NOW-steun niet genoeg

De eigenaar van het restaurant vroeg steun aan bij de overheid. Via de NOW-regeling kreeg het 60 procent vergoed van de loonsom van het bedrijf over de maand januari. Volgens de ondernemer was dit niet genoeg om betalingsproblemen te voorkomen, aangezien hij in de tussentijd nieuwe mensen had aangenomen.

Omdat hij niet aan alle medewerkers het volledige salaris kon uitbetalen, leek het hem een eerlijke oplossing om dan maar alle zestien medewerkers de helft van hun salaris uit te betalen. Verder verzocht hij alle medewerkers om hun vakantiedagen op te nemen.

Lees ook: Een derde Nederlandse werkenden afhankelijk van overheid voor loon

Minimumloon

Een Iraanse student, die sinds november fulltime in de bediening werkte tegen het minimumloon, nam daar geen genoegen mee. Hij spande een kort geding aan en eiste dat zijn werkgever het volledige salaris uitbetaalde van 1.650 euro per maand.

Ook eiste hij uitbetaling van 14,6 vakantiedagen die hij naar eigen zeggen niet heeft opgenomen en 29 gewerkte overuren. De student, die tot 1 mei in dienst was, wilde bovendien dat het bedrijf het bedrag zo snel mogelijk zou overmaken. Zijn studentenvisum liep namelijk eind mei af, waardoor hij zaterdag terugvliegt naar Iran. En geld overmaken naar Iran is erg lastig.

Lees ook: Restaurants maandag vol? 'Pas drie reserveringen'

Wel loon geen vakantiedagen

De rechter oordeelt dat de eigenaar het resterende salaris alsnog moet betalen. Het gaat om een bedrag van 1.744 euro en 59 cent. Daarbovenop moet hij ook de proceskosten van 563 euro betalen.

De overuren hoeft de ondernemer niet uit te betalen. De rechter vindt dat de werkstudent onvoldoende heeft onderbouwd wanneer deze overuren zijn gemaakt. Ook de vakantiedagen hoeft de uitbater niet te vergoeden, omdat hij volgens de rechter onduidelijk is of de werknemer ondubbelzinnig heeft gezegd dat hij deze niet zou opnemen.

Een kleine meevaller voor de ondernemer is dat de rechter hem toestaat een betalingsregeling af te spreken met zijn oud-medewerker. Volgens de rechter is niet bewezen dat het ondoenlijk is om geld over te maken naar Iran.