https://www.rd.nl/image/contentid/policy:1.1666872:1590763065/2020-05-29-BUI1-Foto1-2-FC-V-web.jpg?f=16x9&%24p%24f=c8ca84f
Johan VandeLanotte, koning Philippe van België en Didier Reynders, 7 oktober 2019. beeld AFP, Benoit Doppagne

Jaar na verkiezingen wil formatie België nog niet vlotten

by

Een jaar na de verkiezingen in België zit er nog altijd geen bevoegde regering. Een doorbraak in de formatie lijkt nog ver weg, wat de vraag oproept of er nieuwe verkiezingen moeten komen.

Een fragment uit het Vlaamse kinderprogramma Karrewiet, daags na de verkiezingen van mei vorig jaar. De jeugdige verslaggever stelt een vraag aan politicoloog Dave Sinardet. „Kan het lang duren vooraleer er een regering is?” Sinardet antwoordt bevestigend en refereert aan het wereldrecord dat België vestigde met de formatie van 2010-2011: 541 dagen. „Maar het kan ook sneller”, stelt hij hem gerust.

De politicoloog zette het fragment deze week op Twitter met de opmerking: „Een jaar geleden leek het nog een beetje kinderspel, zo’n regering vormen...”

Inmiddels heeft de Belgische koning al vijf informateurs, twee preformateurs en drie ”koninklijke opdrachthouders” zonder succes het veld ingestuurd. De koninklijke opdrachthouders sloten het rijtje: ze hebben geen formele titel, maar moeten voortborduren op het werk van de informateurs.

Ingewikkeld

Het was al snel duidelijk dat de vorming van een federale regering geen kinderspel zou zijn. De eerste inzet was een formatie met in ieder geval de grootste partijen aan beide zijden van de taalgrens: de socialistische PS in Wallonië en de Vlaams-nationalistische N-VA in Vlaanderen. De partijen verschillen ideologisch echter sterk en maakten elkaar jarenlang uit voor rotte vis. De kiezers zouden een vrijage dan ook niet gemakkelijk accepteren: electoraal zou het een ramp zijn.

Na maandenlange massagepogingen trok PS-partijleider Paul Magnette op 14 februari definitief de stekker uit een mogelijke coalitie met de N-VA. „J’en ai marre”, zei hij over de onderhandelingen met de Vlaamse partij: ik heb er genoeg van.

Maar wat toen? De partij die aan Vlaamse zijde na de N-VA als eerste in beeld komt is het christendemocratische CD&V. Een verbond tussen (voorlopers van) die partij en de PS heeft oude papieren. In de vorige eeuw sloten de Franstalige socialisten, in Wallonië steevast de grootste, decennialang een coalitie met de grootste Vlaamse partij: lange tijd die van de christendemocraten.

CD&V stelde echter als eis enkel in een coalitie met PS te willen stappen als de N-VA daarin óók een plek zou hebben. Er zou daarmee sprake zijn van een Vlaamse meerderheid in de landsregering.

Noodregering

Met het uitbreken van de coronacrisis liet de politieke leemte zich pijnlijk voelen. Daardoor was het moeilijk om de gevolgen van de crisis op federaal niveau effectief aan te pakken. Het gevolg was dat N-VA en PS toch weer om tafel schoven, nu om te praten over een noodregering. De weg ernaartoe was geplaveid door noodzakelijk overleg tussen de Vlaamse minister-president, Jan Jambon (N-VA), en diens Waalse ambtsgenoot Elio Di Rupo (PS) over de aanpak van de crisis.

Het leidde ertoe dat tien partijen op 15 maart een akkoord sloten voor een regering met volmachten op één dossier: de bestrijding van de coronacrisis. Aan het roer ervan kwam Sophie Wilmès (45) te staan: de Waalse liberale politica die sinds oktober aan het roer van de demissionaire regering stond. Ze had het stokje overgenomen van premier Charles Michel, vanwege diens vertrek naar de Europese Raad.

De Belgen hebben waardering voor de manier waarop de noodregering de coronamaatregelen oppakt, blijkt uit recent onderzoek van de Universiteit Antwerpen, omroep VRT en dagblad De Standaard. Maar onderzoekers Stefaan Walgrave (Universiteit Antwerpen) en Jonas Lefevere (Vrije Universiteit Brussel) concludeerden tegelijk dat „de corona de onderliggende politieke malaise niet heeft weggevaagd. Alles werd gewoon even on hold gezet.”

In 1991 groeide in België een noodregering uit tot een volwaardige regering. Het lijkt er echter niet op dat het daar nu van komt.

Nieuwe verkiezingen

Het meest recente initiatief tot regeringsvorming komt niet van de koning, maar van de socialistische voorzitters van beide kanten van de taalgrens. Zij begonnen vorige week met pogingen om een coalitie bij elkaar te krijgen.

Politicoloog Sinardet toonde zich deze week in de Vlaamse krant De Morgen voorzichtig optimistisch over dit initiatief. Tegelijk constateert hij aan alle kanten nog veel politieke onwil. „Het probleem is niet een akkoord kúnnen maken, maar wíllen maken”, stelde hij.

De bevoegdheid van het noodkabinet loopt tot september. In België leeft breed het gevoelen dat er nieuwe verkiezingen komen als er vóór die tijd geen oplossing is. Tegelijk is echter duidelijk dat veel partijen een stembusgang graag zullen vermijden. Uit peilingen blijkt dat vooral de partijen op de flanken (uiterst links en uiterst rechts) daar garen bij zullen spinnen, zoals het Vlaams Belang. Voor de traditionele partijen zit er, zeker in Vlaanderen, enkel verlies in.