https://www.rd.nl/image/contentid/policy:1.1666768:1590750102/ANP-401039845.jpg?f=16x9&%24p%24f=e694769
beeld ANP, Jeroen Jumelet

Onvergetelijk

by

Elke morgen kwam hij met rode wangen en een vlotte babbel de klas binnen. Hij had onderweg naar school al van alles meegemaakt. Dat moest natuurlijk allemaal en direct verteld worden. Ook tegen de leraar, hoe slaperig die dan ook nog was.

Dat schooljaar moest hij een beroepskeuze maken. Onze vriend wist al vanaf de kleuterschool wat hij wilde worden: vrachtwagenchauffeur! En om te begrijpen hoe dat klonk bij hem: zeg heel snel het woord ”fiets”. In diezelfde seconde zei hij dat woord ”vrachtwagenchauffeur”.

Hij had het onmiddellijk in de gaten wanneer de nette pubermeisjes van de klas door een snelle blik wat ergernis over zijn gedrag lieten merken. Ze kregen een heldere en zeer snel gesproken reactie, maar altijd met een vrolijk gezicht. Datzelfde gebeurde als ze een aanmerking hadden op iemand anders of weer eens een borstel door hun haar haalden. Onvermoeibaar en blijmoedig gaf hij zijn commentaar. En als ze er last van hadden, zei hij standaard: „Ik heb toch ADHD!”

Woorden bezat hij in overvloed. Het was een vast patroon geworden om direct verbaal terug te vechten. Te vaak was het hem overkomen dat zijn naam genoemd werd met daarbij een zucht of een boos gezicht.

Over de basisschool kon hij hele verhalen vertellen. Hoe hij vaak op de gang stond en wegkroop tussen de jassen als de directeur voorbijkwam. Dat hij het een keer letterlijk in zijn broek deed toen hij bij de directeur moest komen en toen nog een kwartier moest blijven staan.

Onlangs kwam ik hem weer tegen. De speelse jongen was een stoere man en aardige huisvader geworden. Gelukkig getrouwd met een van die brave pubermeisjes… Dat hem nu wel werkelijk begreep. En zijn droom was uitgekomen – vrachtwagenchauffeur. Het werd nog net zo snel uitgesproken.

Maar toen we doorpraatten, werd hij weer die kleine jongen. Het ging over de schooltijd waarin we elkaar hadden leren kennen. Zijn naam was zo vaak negatief genoemd. Achter die vrolijke lach had zo veel onrust gezeten. Zijn vrouw had een mooie schooltijd gehad. Hij niet. En dat terwijl ze in dezelfde klas zaten en dezelfde leraren en klasgenoten hadden. Zijn vrouw kon mooi schrijven, kreeg positieve aandacht, kon prima Frans. Hij schreef in lelijke blokletters, kreeg vele blaadjes strafwerk en wist welke auto’s er langs de school reden tijdens die les Frans. Wat gezegd werd, vergat hij hetzelfde moment nog.

Het verhaal van de directeur kwam ook ter sprake. Hij moest er ter plekke nog om huilen. Omdat hij zo veel vergeten was. Maar dat niet.