Agent niet vervolgd om neerschieten verwarde vrouw

by

Het Openbaar Ministerie Noord-Holland (OM) heeft besloten een politieambtenaar van de eenheid Noord-Holland niet te vervolgen voor zijn betrokkenheid bij een dodelijk schietincident dat op 13 november 2019 plaatsvond in de Priemstraat in Alkmaar.

Tijdens dit incident is door een politieambtenaar eerst een waarschuwingsschot gelost en is vervolgens drie maal gericht geschoten. Diezelfde avond is het slachtoffer aan haar verwondingen overleden. De Rijksrecherche heeft daarna, in opdracht van het OM, een onderzoek ingesteld naar het vuurwapengebruik door de politieambtenaar. Op basis van dit onderzoek heeft het OM geconcludeerd dat de politieambtenaar zich kan beroepen op noodweer.

Er is naar het oordeel van het OM geen grond om de politieambtenaar te vervolgen. Deze conclusie komt overeen met de bevindingen van de Adviescommissie Politieel Vuurwapengebruik. Bij de beoordeling van het vuurwapengebruik is gekeken naar de Ambtsinstructie voor Politie, de Politiewet en naar de vereisten voor een geslaagd beroep op noodweer op grond van het Wetboek van Strafrecht.

Toedracht
In de ochtend van 13 november 2019 krijgen twee politieambtenaren van de meldkamer door dat een verwarde vrouw in de Priemstraat te Alkmaar iemand heeft aangevallen met een hamer en vernielingen heeft aangericht. Eenmaal in de Priemstraat aangekomen worden de twee agenten geconfronteerd met de vrouw die een klauwhamer en een groot mes in haar handen heeft. Gelet op de melding die de politieambtenaren hebben gekregen en wat ze zelf zien is sprake van acuut dreigend gevaar. Het is bovendien een doordeweekse dag en om de hoek opent een basisschool elk moment de deuren, waardoor een toeloop van kinderen en ouders zal ontstaan. De agenten willen de vrouw daarom snel overmeesteren en aanhouden.

Beide politieagenten roepen luidkeels en meermalen dat de vrouw moet blijven staan en haar wapens moet laten vallen. Zonder resultaat. Ook het spuiten van pepperspray in haar gezicht heeft geen effect. De vrouw komt met versnelde pas op één van de politieambtenaren aflopen, met de wapens in haar handen. De politieambtenaar trekt daarop zijn dienstwapen en lost een waarschuwingsschot. De vrouw blijft echter onvoorspelbaar en aanvallend gedrag vertonen. Wanneer ze de politieambtenaar tot op enkele meters nadert, blijft ze doorlopen met de wapens nu boven haar hoofd geheven. Daarop lost de agent drie gerichte schoten. Diezelfde avond overlijdt de vrouw aan haar verwondingen.

Geslaagd beroep op noodweer
De politieambtenaar beroept zich op noodweer. De politie heeft, net als iedere burger, op grond van artikel 41 van het Wetboek van Strafrecht het recht zichzelf te verdedigen, en daarbij (indien nodig) gepast geweld te gebruiken. Er is sprake van noodweer als noodzakelijk geweld wordt gebruikt ter afwending van een onmiddellijk dreigend gevaar voor jezelf of een ander.

Uit camerabeelden, verklaringen en overige onderzoeksgegevens uit het dossier blijkt dat sprake is geweest van een zeer bedreigende en beangstigende situatie, die zich in een kort tijdsbestek heeft afgespeeld. De politieambtenaren worden geconfronteerd met een zichtbaar ernstig verwarde vrouw met een mes en een hamer in de hand, die daarmee eerder iemand zou hebben aangevallen. Ze reageert niet op het aanroepen door de agenten, de pepperspray en het waarschuwingsschot. Ondanks handelen van de politieambtenaren blijft de dreiging die van de vrouw uitgaat bestaan - en wordt zelfs heviger.

De politieambtenaar die zijn dienstwapen heeft getrokken beoordeelt de situatie in een split second als explosief en levensbedreigend voor hemzelf, zijn collega en voor omstanders in de straat. Van een politieambtenaar wordt verwacht dat hij zich bij naderend gevaar niet uit de voeten maakt, maar actief ingrijpt. Maar het fysiek overmeesteren van de vrouw is vanwege de aanwezigheid van de wapens en haar onvoorspelbare agressieve gedrag niet mogelijk. Andere geweldsmiddelen die zijn toegepast (pepperspray en waarschuwingsschot) boden geen soelaas. Ook zijn er geen goede alternatieven denkbaar om tijdens het incident anders te reageren. Er is bijvoorbeeld geen tijd om de komst van een hondengeleider met hond af te wachten. Het handelen van de politieambtenaar kan daarom naar het oordeel van het OM worden gerechtvaardigd op grond van noodweer.

Conclusie en afdoening
Op basis van de onderzoeksresultaten van de Rijksrecherche is het OM van oordeel dat het schieten gerechtvaardigd is, omdat de politieambtenaar zich succesvol kan beroepen op noodweer. Het OM zal dientengevolge niet tot vervolging overgaan van de betrokken politieambtenaar.