Het is nog lang niet over de koppen lopen in onze winkelstraten

Lekker brood, het betere biefstuk, dat gunnen we onszelf. Het versleten paar schoenen vervangen lukt nog net. Maar voor het ontspannende shoppingwerk lijkt het nog iets te vroeg.

De winkels en handelszaken zijn al een tijdje weer open en het straatbeeld oogt niet meer zo verlaten als tijdens de lockdown. Een overrompeling is het niet, leert een rondvraag. Het aantal bezoekers in de shoppingcenters en winkelstraten gaat dan wel in stijgende lijn, toch is de toestroom eerder te merken bij de baanwinkels.

De Brusselse Nieuwstraat, op het Monopoly-bord een klepper van formaat, haalt voorlopig maar de helft van haar bezoekersaantallen van voor de coronamaatregelen. Momenteel is er een passage van 50.000 personen per dag. Dat blijkt uit cijfers van de Brusselse schepen van Economische Zaken Fabian Maingain (DéFI). Op een normale dag waren dat voordien 110.000 tot 130.000 personen. Globaal spreken de handelaars van een omzetcijfer van 40 tot 50 procent van het normale. 

De winkels in de vijfhoek missen hun toeristen en ambtenaren. In die andere winkelstad, Antwerpen, lijkt het herstel iets uitgesprokener. Volgens Koen Kennis (N-VA), schepen van Middenstand, zit de stad in het weekend aan een ruime 60 procent van zijn normale doen. En de cijfers klimmen dag na dag. Ook in Gent zien ze de cijfers hoopvol in de goede richting kantelen. Volgens Unizo is de omzet van de lokale winkels tot 80 procent hersteld, met inbegrip van de onlinebestellingen.

Online kopen

Die onlineverkoop zou na corona een blijvertje kunnen zijn. Dat blijkt althans uit een onderzoek van handelsfederatie Comeos en hogeschool Thomas More. Zowat de helft van de mensen verwacht dat hij of zij na de lockdown meer via het internet zal winkelen dan vroeger. In alle leeftijdscategorieën zijn er mensen die voor het eerst een product online kochten. Die groep was het grootst bij de 60-plussers.

In het tastbare leven blijkt dan weer dat we met zijn allen toch vooral voeding kopen. Bruno Kuylen, voorzitter van Bakkers Vlaanderen, heeft het over de herontdekking van de ambachtelijke bakker. De bakkers zagen en zien nog steeds heel wat klanten die ze voor corona niet zagen. De verkoop van broden ging bij aanvang van de coronacrisis heel sterk de hoogte in, ten koste weliswaar van gebak en patisserie. Intussen zit de broodverkoop nog altijd flink boven het precoronaniveau, terwijl de verkoop van gebakjes en taartjes ook begint te stijgen. 

Eenzelfde beeld bij Marc Van Tilborgh, voorzitter van de Belgische Keurslagers. Het feit dat de horeca al maanden gesloten is en mensen nergens uit eten kunnen, maakt dat ze zelf meer beginnen te koken of bereide gerechten kopen. Het geld dat wordt uitgespaard aan horecabezoek stoppen ze in het betere vlees of vleesgerecht.

Meer uitgeven

Een meer diffuus beeld is er bij de andere handelszaken. Mien Gillis, retailexpert Unizo: “We zien dat mensen minder vaak gaan winkelen, maar meer doelgericht. Ze geven ook iets meer uit.” Zo zou ruim de helft van de handelaars in de eerste week van hun heropening een betere omzet hebben geboekt dan verwacht. “Al is het nog te vroeg om een duidelijk beeld daarop te kleven. De ongerustheid is wel groot”, zegt Gillis.

Isolde Delanghe, directeur Unizo Mode Unie, heeft net een rondvraag gedaan bij de zelfstandige modezaken. De resultaten zijn boven verwachting. “De eerste week zat de omzet op zowat 80 procent, wat veel beter was dan verwacht. In de tweede week was er een terugval naar 70 procent, terwijl de laatste week het niveau wordt gehaald van dezelfde periode vorig jaar.” 

Er zijn nog wel minder klanten, maar die klanten besteden iets meer, verklaart Delanghe. Opvallend: de verkoop is netjes gespreid over de week, de zaterdag is de minste dag van allemaal. “Mensen lijken zich nog een beetje te laten afschrikken voor een eventuele overrompeling. Voorts is het wachten op de opening van de horeca.” Delanghe waarschuwt wel dat er nog steeds een groot omzetverlies is, terwijl er veel kapitaal steekt in een grote stock.