https://images2.persgroep.net/rcs/DTiNVmmRHoupNTgYt2g2wWya_Yk/diocontent/171179394/_fitwidth/1240?appId=93a17a8fd81db0de025c8abd1cca1279&quality=0.9
Beeld Sven Franzen

De paradox van de corona-wetenschap: het moet snel gaan, maar dat veroorzaakt net risico’s en verwarring

by

Kunnen kinderen nu veilig naar school? Volstaat anderhalve meter afstand en zijn de tests wel betrouwbaar? Snelle kennis is in een pandemie cruciaal. Maar nu worden te veel coronastudies slordig afgeraffeld en te vroeg gepubliceerd. En dan gaan publiek en politiek aan de haal met foute conclusies.

Zelfs de internationale topviroloog Christian Drosten, die de Duitse overheid adviseert, trapte in de val. Hij stelde einde april dat ‘kinderen wellicht even besmettelijk zijn als volwassenen’, wat politici deed besluiten de scholen toch dicht te houden.

Niet veel later moest Drosten zijn besluit herzien omdat de statistiek in zijn studie rammelde. Een nieuwe studie in Science toonde dat de besmettingskans voor kinderen zeker drie keer zo klein is als voor volwassenen.

“Drosten is te snel willen gaan”, zegt microbioloog Herman Goossens (UZ Antwerpen), die als coördinator van het Europese RECOVER-project met Drosten overlegt. “En ik begrijp dat. De druk op ons om zo snel mogelijk eenduidige antwoorden te geven op prangende coronavragen is enorm. Maar zo werkt wetenschappelijk onderzoek niet. Je moet herhalen, verifiëren, controleren, bijsturen. Dat kost tijd.”

Op zich is het tempo opdrijven wel wenselijk in een pandemie. Er sterven veel mensen. Dan wil je liever gisteren dan vandaag weten hoe te testen of te behandelen. Virologen zijn dan ook opgetogen over de razendsnelle wetenschap sinds SARS-CoV-2 de kop op stak.

In geen tijd was de genetische code van het virus bekend, kwamen er uit China details over symptomen en ziekteverloop. “Ook wisten we gelukkig vlug dat velen besmet zijn zonder symptomen te hebben”, zegt Goossens. 

Veilig naar school

Klinische inzichten over hoe Covid-19-patiënten tot wel vier weken aan de beademing moeten en vaak bloedklonters ontwikkelen, zijn eveneens zeer snel gepubliceerd en daardoor zijn levens gered. Wie zulke ontdekkingen doet, is het aan zijn of haar eed van Hippocrates verplicht om het trage proces van wetenschappelijke publicaties over te slaan.

Want ja, in normale tijden doen studies er maanden over om te verschijnen. Dat komt door de peerreview, waarbij onafhankelijke collega’s elkaars conclusies zo kritisch mogelijk doorlichten. “Een onderzoek gaat zo vaak drie keer terug”, zegt immunoloog Hans Snoeck (Columbia University).

Sinds ‘corona’ gebeurt dat veel minder omdat het onaanvaardbaar zou zijn mochten we pas pakweg eind oktober weten dat bloedklonters ontstaan en dat kinderen eigenlijk veilig naar school kunnen.

Maar ondertussen loopt het met die topsnelheid ook uit de hand. “Het aantal studies is geëxplodeerd en er worden te veel stappen overgeslagen, zowel in het onderzoek, bij de kwaliteitsbeoordeling door de nu overbezette ‘peers’ als bij de publicatie”, zegt Snoeck. “Nu moet ik als reviewer soms al binnen de twee dagen antwoorden.”

Goossens bevestigt. “In het begin van de uitbraak is door een aantal tijdschriften aanvaard dat wetenschappelijke bevindingen al kunnen worden gepubliceerd ook al komt de peerreview pas later”, zegt hij. “Mijn aanvankelijke enthousiasme daarover is bekoeld, want ik zie te slordige publicaties die dan nadien gecorrigeerd of zelfs weerlegd moeten worden.”

Meterslange viruswolken

Dat zorgt voor verwarring in de media en de politiek over cruciale kwesties zoals het heropenen van de scholen of de juiste behandeling van patiënten. “Zo heb ik erg veel tijd gestopt in het weerleggen van haastig onderzoek dat concludeerde dat de PCR-testen (die het virus opsporen, BDB) niet betrouwbaar zijn”, aldus Goossens.

Ondertussen wemelt het van de kemels.

Dat hardlopers meterslange viruswolken uitademen bleek te kort door de bocht. Dat het virus nauwelijks dodelijker is dan de griep, zoals Stanford University concludeerde, was fout want gebaseerd op proefpersonen die via Facebook waren gerekruteerd. De studie in The Lancet die waarschuwde dat bloeddrukmedicatie het coronavirus zou aanwakkeren, is ook weerlegd. 

Het meest ophefmakende voorbeeld is dat van malariamiddel hydroxychloroquine. De bekende Franse viroloog Didier Raoult publiceerde te snel te wankel onderzoek over gunstige antivirale effecten. Prompt promoten de Franse en Amerikaanse presidenten dit medicijn.

Maar in Raoults studie zat geen controlegroep en zonet verscheen in The Lancet dat het malariamiddel net meer doden veroorzaakt. Als zijn er nu ook weer meteen kritische vragen bij de data in die studie.

Op zich gaat wetenschappelijk onderzoek altijd zo, via tegenspraak en kritische discussie. “In het Engels is het research”, zegt viroloog Johan Neyts (KU Leuven). “Met de nadruk op ‘re’, van herhaling. Kwaliteitsonderzoek stoelt op herhaling en goede statistische onderbouwing.”

‘Gemuteerd virus’

Alleen kijkt nu de hele wereld mee en wacht niemand op herhaling en meta-analyses. Nog voor ze weerlegd kunnen worden, komen tussentijdse studies niet alleen terecht bij artsen die zo patiënten beter kunnen behandelen, maar ook op beleidskabinetten en redacties, in huiskamers en aan de digitale toog. Ook bar slecht onderzoek kan zo in een mum van tijd internationaal viraal gaan.

“De zogenaamde preprint-sites zoals medRxiv en bioRxiv zijn daarin doorslaggevend”, zegt Neyts. “Sinds de ebola-epidemie brengen zij gratis nog niet gecontroleerde studies. Een zegen. Zo raakt essentiële informatie sneller bij medici.” Via preprint werd zo bekend dat het ziekenhuispersoneel veel risico loopt op besmetting en dat besmetting vooral binnen gebeurt, legt Goossens uit.

Een zegen, maar ook een vloek. Veel van wat in de media komt, is gebaseerd op informatie van preprints. De LA Times kopte bijvoorbeeld op basis van nog ongecontroleerd onderzoek dat het virus gemuteerd was en daardoor nog veel besmettelijker. Later bleek dat het nauwelijks muteert.

“Momenteel zwieren sommige onderzoekers echt om het even wat op die preprint-sites, zoals onderzoek over antivirale middelen dat enkel gebaseerd is op computermodellen, zonder labotests”, zegt Neyts. 

Wat niet helpt, is dat niet alleen medische en ethische motieven spelen. “Deze periode is ook een potentiële springplank voor carrières”, zegt wetenschapsfilosoof Gustaaf Cornelis (VUB). “Met een coronastudie kan een onderzoeker nu faam verwerven en fondsen verzilveren.”

Ook bij grote vakbladen spelen financiële motieven. “Topbladen zoals Nature zijn gebaseerd op een winstmodel. Zij leven van impact op de korte termijn. Daardoor gaan zij hier ook in mee”, zegt Snoeck.

Voorbarige hoeraberichten

Al helemaal nefast is de ‘wetenschap op basis van persberichten’ die gespecialiseerde websites en persdiensten van onderzoeksinstellingen de wereld in sturen. Twee voorbeelden die snoeiharde kritiek krijgen, zijn Oxford University Hospitals en Moderna, die voorbarige hoeraberichten over de vaccinrace publiceerden.

Oxford moest nadien meedelen dat er toch niet zulke goeie resultaten waren. “Directeur Bruno Holthof maakte in de media beloftes die niet konden worden ingelost”, zeggen Goossens, Neyts en Snoeck. “En jammer genoeg krijgen de correcties  achteraf altijd veel minder aandacht.”

Het Amerikaanse biotechbedrijf Moderna krijgt internationaal het verwijt aan ‘science by press release’ te doen enkel om de financiers aan te trekken. In hun recente persbericht stond dat 8 van de 45 vrijwilligers positieve resultaten toonden. Maar de onderzoeksdata stonden er niet bij. Resultaat: op de beurs ging het aandeel meteen fors omhoog. 

Hoe voorkom je dat en vermijd je dat beleid op verkeerde informatie is gebaseerd en burgers zich onnodig of net te weinig zorgen maken of verkeerde richtlijnen volgen?

Niemand ziet een makkelijke uitweg. 

Zelfdiscipline

Op preprint-sites staan nu wel felgele waarschuwingen. “Iedereen moet beseffen dat de informatie geen wetenschappelijke publicaties zijn”, zegt Neyts. “Als journalist zit je ook in een businessmodel en het is onrealistisch dat media concurrenten laten scoren met preprint-nieuws terwijl ze zelf wachten op de finale versie. Maar je moet altijd een paar experts op die informatie loslaten.”

Snoeck vindt dat de grote vakbladen onderzoek moeten weigeren dat niet dubbelblind is uitgevoerd en niet aan deftig peerreview werd onderworpen. Goossens maant zijn collega’s binnen de RECOVER-groep aan eerst te overleggen voor ze iets naar buiten brengen en roept politici op zich te laten adviseren door experts die zich baseren op grondig afgetoetste studies.

Zelfdiscipline wordt ook voorgeschreven. “Wanneer journalisten bellen voor een snelle reactie, probeer ik mij te bedwingen als ik vind dat ik best eerst meer lees”, zegt Goossens. “Dat is niet eenvoudig want de nood aan duiding is zeer groot. En zelfs als het lukt, zie ik dat een overtrokken conclusie dan toch overal kan staan. Dan is het te laat, want niemand leest correcties en weerleggingen achteraf.”