Internationale Arbeidsorganisatie: achterstand voor jongeren valt niet in te halen
Topman Guy Ryder vreest een verloren generatie
by IPSDe COVID-19-pandemie dreigt jongeren wereldwijd nog decennialang te achtervolgen, door studievertraging, baanverlies en inkomensverlies, zegt de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO). Landen die veel testen, kunnen de schade wel beperken.
Meer dan één op de zes jongeren wereldwijd moest stoppen met werken sinds het begin van de pandemie. Bij jongeren die nog wel werken, liep het aantal werkuren terug met 23 procent, zegt de ILO.
Niet alleen raken ze hun werk kwijt, ook hun opleiding loopt vertraging op. Er zijn ook grote obstakels voor jongeren die voor het eerst de arbeidsmarkt opgaan, en bij de overstap van de ene naar de andere baan.
Regio’s met een jonge bevolking, een omvangrijke informele economie en beperkte capaciteit om te testen en traceren kunnen de grootste problemen verwachten, stelt de ILO.
Gebrek aan kansen en vaardigheden
Met 13,6 procent was het werkloosheidscijfer onder jongeren tussen 15 en 24 jaar oud in 2019 al hoger dan bij andere groepen. Wie tot deze groep behoorde, had ook grotere kans in een kwetsbare werksituatie te zitten, zoals slecht betaald werk, werk in de informele sector of als migrant.
‘De COVID-19-pandemie raakt jongeren – vooral vrouwen – harder dan welke andere groep ook’, zegt Guy Ryder, directeur van de ILO. ‘Als we niet direct actie ondernemen om hun situatie te verbeteren, kan de erfenis van het virus ons nog tientallen jaren lang achtervolgen. Als hun talent en energie aan de zijlijn belanden door gebrek aan kansen of vaardigheden, schaadt dat onze toekomst en wordt het moeilijker de economie op te bouwen na COVID-19.’
Vrouwen worden vooral getroffen zegt hij, omdat ze oververtegenwoordigd zijn in de informele economie.
De ILO pleit voor een snel en grootschalig beleid gericht op opleidingsprogramma’s in rijke landen en werkgelegenheidsprogramma’s in lage- en middeninkomenslanden.
Intensief testen en traceren
Een veilige omgeving die terugkeer naar het werk mogelijk maakt, is essentieel, zegt de ILO. Volgens de Arbeidsorganisatie is er een duidelijk verband tussen rigoureus testen en traceren van COVID-19-besmettingen en een kleinere ontwrichting van de arbeidsmarkt, en een substantieel kleinere sociale ontwrichting dan bij thuisblijven en lockdownmaatregelen.’
In landen die intensief testen en traceren, ligt het aantal verloren arbeidsuren 50 procent lager. Dit komt volgens de ILO doordat testen en traceren strikte lockdownmaatregelen minder noodzakelijk maken, het vertrouwen bij het publiek vergroten en zo ook de consument aanmoedigen. Dat alles heeft een positief effect op de werkgelegenheid en beperkt de ontwrichting op de werkvloer.
Amerika’s
In landen die intensief testen, staat de arbeidsmarkt er beter voor, zegt ILO-directeur Guy Ryder. ‘Om het in getallen te vatten: in de landen die testen en traceren is het aantal werkuren met ongeveer 7 procent gedaald. In landen die het minst intensief testen, loopt dat op tot 14 procent. Het wereldwijde gemiddelde is 10,7 procent.’
Arbeiders in de Amerika’s zijn het zwaarst getroffen (13,1 procent minder uren), gevolgd door Europa en Centraal-Azië (12,9 procent). In Latijns-Amerika werkt de helft van de jongeren in de informele sector.
Verloren generatie
De ILO zegt zich grote zorgen te maken over regio’s met een jonge bevolking, omvangrijke informele economie en beperkte capaciteit om te testen en traceren. ‘Dit is een combinatie van omstandigheden die kan leiden tot grote schade op de lange termijn’, zegt Ryder.
Hij vreest een ‘verloren generatie die slachtoffer wordt van permanente uitsluiting op de arbeidsmarkt, als gevolg van de COVID-19-pandemie. ‘Uit alles wat we zien gebeuren in de wereld blijkt dat er spanningen zijn. Dat betekent dat we het juiste beleid moeten voeren, de juiste gezondheidsmaatregelen moeten nemen en het juiste sociaaleconomische antwoord moeten geven om beter uit deze crisis te komen.’