Eindelijk weer gejoel in de speeltuin: ‘Mijn zoon was in tijden niet zo gelukkig’
by Michiel MartinEen lach, een schreeuw en gehuil: na drie maanden klinken de speeltuinen eindelijk weer als vanouds. Voeg daar misschien nog een zucht van opluchting aan toe. ‘Ik heb mijn zoon in tijden niet zo gelukkig gezien.’
“De meneer vraagt hoelang jij hier al naar uitkijkt”, zegt Katja (38) tegen haar dochter Nina (6), die net aanstalten maakt om naar de grote speeltuin in het Gentse Citadelpark te rennen. Het antwoord, met volle kracht: “Superlang.” En hop, weg is ze, met een kleine spade in de hand richting zandbak. Haar moeder grijnst: “Mijn dochter wilde zelfs geen voet meer in dit park zetten zolang de speeltuin niet open was.”
Voor het eerst in bijna drie maanden kwettert het hier opnieuw van de blije stemmetjes, af en toe onderbroken door een korte huilbui of een ouderlijk ‘voorzichtig zijn hé’. Op het eerste zicht gebeurt dat ook mooi volgens de regels: we tellen op de kop af twintig kindjes, het maximale aantal, en een identiteitscontrole is niet nodig om vast te stellen dat ze minder dan twaalf zijn. Ook de ouders blijven allemaal keurig op hun eigen bankje zitten. “Misschien is dit nog meer een opluchting voor ons dan voor hen”, zegt een van de moeders.
Lage opkomst in Brussel
Op enkele uitzonderingen na zijn over heel het land de rood-witte linten langs de speeltuinen doorgeknipt. Die beslissing wordt duidelijk met veel enthousiasme onthaald. In Brussel, wellicht de stad bij uitstek waar de parken het enige speelterrein zijn voor sommige kinderen, is dat niet anders. “Mijn zoontje Majd heeft autisme, voor hem was het erg moeilijk om te begrijpen dat hij hier niet meer mocht komen spelen. Thuis was hij de voorbije weken toujours en colère.”, zegt Maryen (29), die haar zoon nu ziet stralen op een evenwichtsbalk in het Josaphatpark. “Ik heb hem in tijden niet zo gelukkig gezien.”
“Ik maakte een tijd geleden al aanstalten om te vertrekken, maar mijn dochter wil niet van wijken weten”, lacht ook Christophe Jonet (41), die van op een bankje in het park van Tour & Taxis toekijkt hoe zijn dochter (4) en zoon (8) onvermoeibaar een wiebeltuig te lijf gaan. De opluchting is groot. “Mijn zoon kan thuis met gemak uren achter de tablet zitten, maar mijn dochter is een pak socialer. In het bos gaan wandelen met het gezin is voor haar ook niet hetzelfde als ravotten op een speelpleintje met andere kindjes.”
De opkomst in Brussel is op deze eerste dag wel betrekkelijk laag. Telkens zien we slechts een handvol kinderen per speeltuin, ondanks het zonnige weer en een straatbeeld dat wemelt van de kinderen. “Ik wist eigenlijk niet dat de speeltuinen alweer opengingen. We passeerden hier toevallig, zagen dat de speeltuin open was en dan waren de kinderen natuurlijk niet te stoppen”, zegt Fatima Sarikinaci (31).
Ze is lang niet de enige die een beetje uit de lucht valt. Dat hoeft misschien niet te verbazen. Het nieuws over de heropening van de speeltuinen verdronk vorige vrijdag een beetje in het gejuich over de zomerkampen. Bovendien kan de signalisatie in Brussel wel wat beter. Aan de poort van het Tour & Taxis-park hangt nog steeds een bord dat aangeeft dat de speeltuinen toe zijn.
Schrik
Ook een andere verklaring dringt zich op: er is nog steeds veel schrik. Niet bij de kinderen – die betasten in het Citadelpark elk hoekje van het kasteel – maar wel bij de ouders. Op Radio 2 klonk het bij de Leuvense buurtwerking ’t Lampeke dat vooral bij ouders van kansarme gezinnen nog wat overtuigingskracht nodig is om hen ervan te verzekeren dat buitenspelen veilig is.
De angst flakkert in de Brusselse speeltuinen af en toe op. Een grootmoeder vertelt dat ze uit het Josaphatpark vertrekt “zodra het wat drukker wordt” en in het park van Tour & Taxis, waar de speeltuin in twee gesplitst is door een haag, voorkomt een moeder dat haar dochter naar het drukkere gedeelte loopt. “Daar zijn te veel andere kindjes”, klinkt het nogal streng. We tellen er nochtans amper zes.