Bert Gabriëls wordt opnieuw jurist: ‘Uiteindelijk is comedy schrijven en juridisch werk behoorlijk gelijkaardig’
by Florian SaerensBert Gabriëls gaat opnieuw aan de slag als jurist, een beroep dat hij uitoefende voor hij comedian werd. Er moet namelijk brood op de plank nu zijn zaalshows zijn afgelast of uitgesteld, dus gaat hij aan de slag bij het Vlaams Agentschap voor Inburgering en Integratie. Hoe vallen die twee beroepen met elkaar te rijmen? En wat met zijn toekomst in de comedy-sector?
Waarom keer je terug naar een oude liefde?
“Het stond op de lijst. Ik wou mijn werk als jurist weer oppakken van zodra hier de tijd voor was. Mijn kennis begon tot mijn spijt ook wat verloren te gaan. Dat maakte dat er heel wat blokwerk aan te pas kwam toen ik begon met mijn nieuwe job bij het Vlaams Agentschap voor Inburgering en Integratie. Boeiend wel, want er stond veel in mijn cursus waar ik niets meer van wist. Dit voelt dus zeker niet als een stap terug, al blijft voor een publiek spelen een onvervangbaar gevoel. Van zodra de regering het toelaat, kruip ik weer het podium op.”
“Het liefst van al zou ik de jobs willen blijven combineren. Alleen is dat in de praktijk iets te optimistisch. Maar nu de volledige Nederlandse tournee is geschrapt, probeer ik dit wel. Als jurist lees ik nieuwe wetgevingen en rechtspraken na en giet ik die in nieuwsbrieven. Ook het onderhoud van de vreemdelingenrechtwebsite neem ik voor mijn rekening. Op komisch vlak maak ik weekoverzichten die ik op mijn sociale media deel. Er zijn ook nog enkele video-opdrachten die me bezighouden. Ik doe het nu dus fiftyfifty, maar van zodra ik met mijn eindejaarsconference start, zal dat niet meer lukken.”
Hoe vallen die twee beroepen met elkaar te rijmen?
“Er zal nog wel een moment komen dat ik door de mand val, maar voorlopig valt het mee. Uiteindelijk is comedy schrijven en juridisch werk behoorlijk gelijkaardig in mijn hoofd. Ik weet niet of anderen dat ook zo zien, maar in beide sectoren speel je met taal. Wetten bijvoorbeeld, die worden zodanig moeilijk neergeschreven zodat niemand ze snapt. Daar moet je weer mensentaal van maken. Bij comedy kom je dan weer een uitspraak of mening tegen die je zodanig probeert te verdraaien zodat er iets grappig uit voortvloeit.”
Is dit financieel gezien een grote aanpassing?
“Ja, al zal je mij niet meteen horen klagen. Gejammer spaar je best op voor de momenten dat het écht nodig is. Dat geldt dus niet voor mensen die even geen jacuzzi kunnen kopen. Ik ben wel zeer bang en bezorgd voor vrienden en collega’s met wie het nu al moeilijk gaat of zal gaan. De financiële weerbots moet naar mijn gevoel nog komen. Sommigen kunnen nog op wat reserves rekenen, maar je weet niet wat het najaar zal brengen.”
Hoe kijk je naar de toekomst?
“Ik reken erop dat ik dit jaar opnieuw kan spelen, al zal de sector nog niet kunnen draaien zoals gewoonlijk. Het lijkt me onmogelijk om nu al voor een volle zaal te spelen. Dat maakt het minder leuk, want dicht op elkaar gepakt zitten is een deel van de ervaring. Dat is zo voor comedy, theater, festivals en zelfs religie. Je neemt een deel van de gezelligheid weg wanneer je afstand moet houden. Maar zodra het kan, sta ik op het podium. Ik ga niet wachten tot de situatie volledig optimaal is, want dit is wat ik het meeste mis. Het schrijven zelf is helemaal niet leuk. Comedy is pas tof wanneer er lachende mensen voor je zitten.”