https://cdn.nieuws.nl/media/2020/05/27181209/kramer-armoedig-dat-we-voor-zomerijs-naar-inzell-moeten-715x408.jpg
Foto: ANP

Kramer: armoedig dat we voor zomerijs naar Inzell moeten

by

Viervoudig olympisch schaatskampioen Sven Kramer vindt het belachelijk en ook zorgwekkend dat de Nederlandse elite op de langebaan deze zomer naar Duitsland moet om op ijs te kunnen trainen. In Inzell gaat, als alles volgens plan verloopt, de piste rond 1 juli open. In Thialf in Heerenveen kan de nationale top, als alles een beetje meezit, pas vanaf 1 augustus terecht. “En dat heeft niets met het coronavirus te maken, maar alles met de financiële perikelen van Thialf”, sprak de 34-jarige Fries verontwaardigd.

Kramer was tijdens een persdag in Wolvega naar eigen zeggen helemaal niet van plan om zich uit te laten over het gebrek aan zomerijs in Nederland. De kopman van Jumbo-Visma liet zich door enkele vragen echter snel verleiden en hield vervolgens een vlammend betoog.

“Ik vind het armoedig dat we in juli naar Inzell moeten en niet in eigen land terecht kunnen. Dat we het als prominent schaatsland niet voor elkaar kunnen krijgen om gewoon zomerijs neer te leggen. Dat is heel jammer voor het Nederlandse schaatsen. Als we nu in faciliteiten achteruit gaan, gaan we ook in prestaties achteruit.”

Kramer: “Eens in de vier jaar wordt er ‘hosanna’ geroepen en staat iedereen in de rij. De schaatssport drukt zwaar op de medaillespiegel van NOC*NSF. Dan is het toch raar dat we nu met z’n allen naar Inzell moeten? Wij zouden toch ook ergens in juni in eigen land op ijs terecht moeten kunnen? Ja, daar vind ik wat van.”

Volgens Kramer moeten sportkoepel NOC*NSF, schaatsbond KNSB, Thialf en de provincie Friesland de krachten snel bundelen. “Onze sport lijdt onder de financiële perikelen van Thialf en dat kan nooit de bedoeling zijn van een topsportlocatie. Alles in Nederland moet rendabel zijn, maar wat olympisch goud mag kosten, daar wordt niet naar gekeken.”

Kramer: “Wat hebben we over voor een olympische medaille? Het gaat in dit geval echt niet over schrikbarende bedragen. Niemand pakt echter zijn verantwoordelijkheid. Iedereen leunt achterover en wij zijn nu letterlijk het kind van de rekening.”

Kramer vindt een verzoek om (financiële) hulp aan de commerciële teams ongepast. “Die ploegen doen al zoveel. Je kunt niet elke keer de bonnetjes bij de sponsors neerleggen.”

Kramer benadrukte dat Nederland als schaatsnatie onder druk staat. “We kunnen niet meer zeggen: oh, we doen het even met twee maanden minder ijs, want de buit wordt op een EK of WK toch wel onderling verdeeld. Die tijd is geweest. Wij moeten ervoor zorgen dat richting de Spelen van 2022 de randvoorwaarden gewoon maximaal op orde zijn. Anders hebben wij een groot probleem.”