Column: (Huid)honger
by Rina MolenaarDe coronacrisis brengt veel zorgen en verdriet maar blijkt ook veel creativiteit in mensen los te maken. Op allerlei terreinen. Het coronawoordenboek is inmiddels een feit en het groeit met de dag. Hoestschaamte, snuitschaamte, raambezoek, stoepverjaardag, strandpas, eenzaamheidsvirus en, een woord dat bij mij echt bleef hangen: huidhonger.
Hoe kom je op het woord: huidhonger? Als je het coronawoordenboek erop naslaat, zie je dat de betekenis van dit woord luidt: (de) behoefte aan fysieke aanraking, met name bij mensen die langdurig alleen moeten zijn, bijvoorbeeld wanneer ze in hun eentje in quarantaine of zelfisolatie zitten. Het is inderdaad een hard gelag dat je zelfs je bloedeigen (groot)ouders niet mag aanraken. Toch laat onze creativiteit ons ook hier niet in de steek. Op sociale media verschenen ludieke filmpjes van jongeren die met plastic pakken toch hun opa of oma een grote knuffel geven, zonder besmettingsgevaar.
De huidhonger is daarmee niet opgelost want het huid-op-huidcontact is niet aanwezig. Wel zijn dit soort initiatieven een goede medicatie tegen de eenzaamheid die het virus met zich meebrengt.
In verpleeg- en verzorgingstehuizen is het lijden van juist de kwetsbare mensen die zo’n behoefte hebben aan contact groot. Bij een uitbraak in een tehuis worden mensen verplicht om op hun eigen kleine kamer te bivakkeren. Zo ook in het tehuis voor mensen met een verstandelijke beperking waar ik vrijwilligerswerk doe. Suzan, een vrolijke en praatgrage dame, leeft van contacten. Ze zat twee weken lang opgesloten in haar kamer en zag alleen haar verzorger. Toen ik haar verhaal hoorde, wilde ik naar haar toe rijden en haar een stevige knuffel geven. Maar ondanks de versoepelende maatregelen kan dit niet en is het onverstandig.
Huidhonger is niet fijn, maar je kunt ermee leren leven. Honger is verschrikkelijk en kost je je leven. In veel landen zijn de gevolgen enorm. Landen die in volledige lockdown zijn gegaan, zien grote uitdagingen op zich afkomen. De verschillen in landen worden op pijnlijke wijze nog duidelijker zichtbaar. In stadswijken van Bogotá, de hoofdstad van Colombia, wapperen rode vlaggen uit het raam. Mensen slaan alarm. Zo geeft Luisa aan geen eten te hebben voor zichzelf en haar vier kinderen. In verschillende Afrikaanse landen slaat de onrust toe. Mensen met een reguliere betaalde baan worden belaagd door radeloze dagloners die, zonder baan, geen geld en dus geen eten hebben. Ook het MKB wordt zwaar getroffen in landen met kwetsbare economieën.
Op maandag 11 mei publiceerde de Adviesraad Internationale Vraagstukken (AIV) op verzoek van de regering een spoedadvies over een effectieve Nederlandse bijdrage aan de mondiale strijd tegen het coronavirus. Het is een dapper en glashelder advies en een sterk pleidooi voor internationale solidariteit. Want, zo stelt de AIV, solidariteit stopt niet bij de grens.
Samen met kennisinstellingen, het bedrijfsleven en andere goededoelenorganisaties roept Woord en Daad de Tweede Kamer en het ministerie van Buitenlandse Zaken op om dit advies te omarmen. Om met alle maatregelen die getroffen worden te bouwen aan een duurzame en inclusieve maatschappij. De AIV pleit in zijn advies terecht voor steun aan kwetsbare landen en groepen wereldwijd. De crisis „raakt ons in het hart en doet een klemmend beroep op onze solidariteit”, schrijft de raad. Die steun aan andere landen is ook in ons „welbegrepen eigenbelang: De coronacrisis is in eigen land niet voorbij zolang ze elders op de wereld voortwoekert.” De kortetermijninzet die de AIV bepleit, biedt een goede kans als het gaat om het inzetten van steunmaatregelen om onze samenleving duurzamer en socialer te maken.
Mooie woorden, maar hoe dan? Door de komende tijd scherpe keuzes te maken en geld toe te kennen aan lokale maatschappelijke organisaties die mensen zoals Luisa direct bereiken. Als het AIV-advies zo in praktijk wordt gebracht, werken we aan een inclusieve duurzame samenleving voor de huidhongerige Suzan in Dordrecht en de hongerige Luisa in Colombia.
De auteur is directeur bij Woord en Daad.