Volkskrant bevestigt dat redacteur op non-actief is gesteld
by ANPDe Volkskrant meldt dat literair journalist Arjan Peters op non-actief is gesteld. „Dit volgt op een onderzoek naar zijn benadering van vrouwelijke schrijvers”, schrijft de krant. De hoofdredactie zegt verantwoording te zullen afleggen zodra dat kan. „Omdat Peters en de Volkskrant een arbeidsrechtelijk geschil hebben, kan de redactie in dit stadium geen verdere mededelingen doen.”
NRC meldde eerder deze week dat de Volkskrant al enkele maanden onderzoek doet naar Peters, naar aanleiding van geruchten over hem. Zo zou hij voorafgaand aan een recensie persoonlijk contact zoeken met schrijfsters, wat ongebruikelijk is bij boekbesprekingen waar oordeelsvorming onafhankelijk tot stand moet komen.
Directe aanleiding voor het onderzoek is een uitspraak van schrijfster Maartje Wortel in een Volkskrant-artikel. Zij zei op 4 maart dat een vriendin van haar ’s nachts een bericht had ontvangen van ‘een gezaghebbend recensent’: „Ik ga je recenseren, zullen we morgen lunchen?” Wortel noemde dat „nog net geen #MeToo”. Het artikel werd online gepubliceerd, maar in het stuk dat de Volkskrant de volgende dag afdrukte, ontbraken deze zinnen.
Verscheidene auteurs hebben tegenover NRC bevestigd dat ze na 4 maart zijn benaderd door de Volkskrant, om te vertellen over hun ervaringen met Arjan Peters. Onder hen is ook Lize Spit. Zij meldt op Facebook: „Dat het zo lang geduurd heeft voor er uit dit onderzoek iets kon voortkomen, is omdat het probleem vaak niet zit in één ‘liefs’ onder één mail of één vriendelijk Facebookberichtje in het midden van de nacht, maar in terugkomende patronen, en dat het zo lang duurt voor je dat allemaal samen legt. (..) Ik heb op vraag mijn ervaringen op tafel gelegd, ervaringen die op zich haast onschuldig leken, die slechts met teenlengte een grens overschreden, maar die in een groter geheel wel als kwalijk konden worden beschouwd.”
In het Mediaforum op NPO Radio 1 noemde Volkskrant-hoofdredacteur Pieter Klok het onderzoek voor Peters „een persoonlijk drama”. Hij benadrukte dat zowel de recensent als de betrokken vrouwelijke schrijvers op zijn bescherming kunnen rekenen.