In dit geval verbeter je iemands taalfouten beter niet
Mensen die ongevraagd je spelling corrigeren zijn niet altijd je favorieten. Als je als grammarnazi zélf af en toe verbeterd wordt, ben je het daar wellicht ook mee eens. In sommige situaties kan je ermee wegkomen, maar op andere momenten hou je je toch maar beter in.
Wil je oprecht iemand helpen met taal, of zijn je bedoelingen minder poeslief? Dat is een vraag die je jezelf best stelt vooraleer je de grammarnazi gaat uithangen. Misschien heb je wel gelijk wat spelling betreft, maar het is niet nodig om daar in iédere situatie ook woorden aan vuil te maken.
Rode pen in de aanslag
Eigenlijk zijn er slechts een handvol situaties waarin je volledig vrij spel hebt in het verbeteren van iemands taalfouten. Of je bent een leerkracht, of je bent betaald om iets na te lezen, of je bent een ouder. Dan en enkel dan is het volledig je recht om te komen zwaaien met de dt-regel.
Uiteraard zijn er ook twijfelgevallen. Misschien verdiept iemand in je omgeving zich in een nieuwe taal en heeft die persoon jou gezegd – of neem jij gewoon aan – dat alle hulp welkom is. Als je opdient in een restaurant en je baas corrigeert je taalfouten, is die misschien gewoon bezorgd over hoe je overkomt bij de klanten. Verder kunnen ouders van het kind waarop je babysit ook bang zijn dat hun telg je foutjes zal overnemen. Het is maar hoe je het bekijkt.
Liever fatsoenlijk dan gehaat
Corrigeer je echter iemands zinsstructuren in het midden van een discussie, zelfs als je je in een van de hierbovenvermelde situaties bevindt? Dan bega je wellicht zélf een nog grotere fout. Natuurlijk heb je gelijk over welk lidwoord bij dat naamwoord past, maar dat je dat in het heetst van de strijd moet vermelden, zegt meer over jou dan over een ander zijn taalgebruik. Op die manier probeer je de macht naar jezelf toe te trekken en ondertussen de persoon die aan het woord was te kleineren. Bovendien luister je op die manier helemaal niet naar hun argumenten.
“Er is niets mis mee om meer te weten dan een ander”, zegt schrijver Matthew malady over deze kwestie in Slate, “maar wie dat gebruikt om een ander belachelijk te maken of vernederen is simpelweg een verschrikkelijk persoon.”