Akkoord op vervroegd uittreden politie-agenten

by

Dinsdag hebben de minister van J&V, de korpschef en de voorzitters van de politievakorganisaties de afspraken over het politieonderwijs, de capaciteit en een tijdelijke regeling voor vervroegd uittreden (RVU) ondertekend. Op 17 april presenteerden zij een onderhandelaarsresultaat, met daarin onder andere afspraken over de mogelijkheid voor medewerkers om vervroegd te kunnen stoppen met werken, vernieuwing van het basispolitieonderwijs en maatregelen die de komende jaren bijdragen aan de inzetbaarheid van het korps. De afgelopen weken heeft er een peiling over deze afspraken onder de leden van de vakbonden plaatsgevonden. De Besturen van de vakbonden hebben uiteindelijk ingestemd met het resultaat.

De afspraken op hoofdlijnen:

Een nieuw onderwijsmodel basis politieopleiding: Er zijn met de vakorganisaties afspraken gemaakt over de contouren van nieuw onderwijsmodel voor de basis politieopleiding (BPO). De nieuwe opleiding bestaat uit een schoolperiode (met de nadruk op theoretische vorming) van een jaar en een praktijkdeel van eveneens een jaar. In het tweede jaar wordt de student onder begeleiding al ingezet bij het reguliere politiewerk. In verband hiermee is een van de afspraken uit het akkoord dat het salaris van aspiranten in het tweede jaar van de opleiding wordt verhoogd. Er wordt op dit moment volop gewerkt aan een integraal realisatieplan voor het nieuwe onderwijsmodel.

De korpsleiding is blij met het bereikte akkoord. ‘Dit resultaat is van belang voor alle collega’s,’ aldus korpschef Henk van Essen. ‘Er komt ruimte voor collega’s om eerder te stoppen en tegelijkertijd geeft het mogelijkheden om ervaren krachten, als zij dat willen, te behouden. Zij zijn belangrijk voor het korps. Ook kunnen we met deze afspraken nieuwe collega’s snel inzetbaar te maken. De komende tijd gaan we met vakorganisaties, de medezeggenschap en de Politieacademie aan de slag om deze afspraken zorgvuldig, maar ook snel in te voeren.’