‘Klein Ajax’ op Nederlandse grens wordt ‘negende broer’ in miljardenimperium
Manchester, Melbourne, New York, Montevideo, Mumbai, Yokohama, Lommel. Het klinkt misschien nog wat onwennig, maar sinds kort past de 34.000 zielen tellende stad in het noorden van de Belgische provincie Limburg in het rijtje met deze wereldsteden. Lommel SK werd vorige week het nieuwste filiaal in de City Football Group (CFG), het ‘Disney-imperium’ achter Manchester City dat de voetbalwereld momenteel verovert. Maar hoe kwam het opvallende huwelijk tussen de CFG en de nummer zes van het afgelopen seizoen in de Eerste Klasse B tot stand?
Door Chris Meijer
Als je vanuit de Brabantse dorpen Valkenswaard, Westerhoven, Bergeijk, Loo of Luyksgestel hooguit twintig minuten de Lommelsedijk volgt, rijd je zo tegen het Soevereinstadion aan de Lommelse Speelpleinstraat aan. Iets verderop, in de raadszaal van het Lommelse stadhuis, werd op 13 mei de overname van Lommel door de CFG officieel bekendgemaakt. “Men zal Lommel onze dochterclub noemen, ik zie in hen eerder een welkome broer of zus. Ja, de negende in de rij maar we zijn blij nu ook in België van de partij te zijn. Jullie land heeft een aardige voetbalreputatie en ik hoef je niet te vertellen dat wij met Kompany en De Bruyne geweldige ambassadeurs in onze eigen kleuren leerden kennen. We maken er iets moois van”, zei Simon Cliff namens de CFG, op jaarbasis goed voor een omzet van een slordige zeshonderd miljoen euro. Lommel-voorzitter Paul Kerkhofs sprak van ‘opluchting’ en ‘iets unieks’ na een ‘race tegen de klok’.
De start van deze ‘race tegen de klok’ is te herleiden naar mei 2019. Lommel SK was een jaar eerder als kampioen van de Eerste Amateurs teruggekeerd naar het tweede niveau van het Belgische voetbal. Jeffrey Ket maakte met Lommel het kampioenschap op het derde niveau mee. De 27-jarige verdediger arriveerde in de zomer van 2017 in Lommel, nadat hij werd overgenomen van het Roemeense Pandurii Targu Jiu. “Een goede vriend, die destijds mijn zaakwaarnemer was, kwam in contact met de technisch directeur van Lommel. Het ging best snel, ik was in Nederland om mezelf fit te houden en trainde mee met de VVCS. We hadden gesproken en ik speelde mee in een oefenwedstrijd, waar Lommel kwam kijken. Na die wedstrijd kreeg ik direct een telefoontje dat ze me wilden hebben”, vertelt Ket in gesprek met Voetbalzone over zijn komst naar Lommel. Hij zette zijn handtekening onder een eenjarig contract, dat automatisch zou worden verlengd én verbeterd als Lommel kampioen zou worden in de Eerste Amateurs.
Dat leek in eerste instantie geen enkel probleem, tot Wouter Vrancken in oktober wegens persoonlijke redenen opstapte bij Lommel. De huidige oefenmeester van KV Mechelen werd opgevolgd door Tom Van Imschoot en onder de oud-middenvelder, die de functies van technisch directeur en trainer combineerde, werd Ket niet meer gebruikt. Maar Lommel werd wél kampioen en dus moest het contract van Ket volgens de afspraken verlengd én verbeterd worden. “Toen we al wisten dat we kampioen zouden worden en dus mijn contract zou worden opengebroken en verlengd, werd er heel moeilijk gedaan. Van Imschoot wist wel hoe het zat, ze zaten een beetje met me in de maag. Misschien dat ze toen al tegen hun top aanzaten, in financieel opzicht. Op dat moment waren ze al een tijdje op zoek naar een nieuwe investeerder, alleen ketste dat eerder af op de rechten voor het logo en de clubkleuren. Ik verdiende wat meer dan de andere jongens. In eerste instantie moest ik apart trainen, maar op gegeven mocht ik toch weer bij de groep komen. Ik hoefde ook helemaal niet te vertrekken, mijn salaris werd verdubbeld en we promoveerden. Ik dacht: misschien gaat de trainer zelf wel weg op gegeven moment. Tot mijn zaakwaarnemer met Quick Boys een perfecte oplossing aandroeg.”
Doordat Quick Boys bereid was om het salaris van Ket over te nemen, vertrok hij in de zomer van 2018 bij Lommel. “Lommel moest me nog zes maanden doorbetalen. Ze wilden me eerst uitkopen, maar we kwamen niet tot het bedrag dat ik wilde. Het bedrag werd netjes iedere maand overgemaakt. De nieuwe eigenaar heb ik uiteindelijk daardoor niet meegemaakt”, vertelt de huidige aanvoerder van Quick Boys, die eerder uitkwam voor AZ, Telstar, FC Dordrecht, TOP Oss en AS Trencín. Met de nieuwe eigenaar bedoelt Ket Udi Shochatovitch. Het bestuur was al een tijdje op zoek naar zogenaamd ‘vers kapitaal’, wat gezien het verhaal van Ket over de gang van zaken rond zijn nieuwe contract niet per se een verrassing mocht heten. De Israëlische zakenman arriveerde in het voorjaar van 2019 met torenhoge ambities, maar was niet geheel onbetwist. Shochatovitch werkte in het verleden als advocaat van supermakelaar Pini Zahavi, waardoor gevreesd werd dat hij slechts een stroman was. Verder had de in Engeland geschoolde advocaat ook een voetbalschool in Gambia en noemde hij België samen met Portugal en Cyprus ‘paradijzen van het voetbal’, omdat er relatief soepele regels omtrent buitenlandse spelers gehanteerd worden. “Ik wil dat deze club een klein Ajax wordt, of een klein Dortmund”, zei Shochatovitch in gesprek met Sport/Voetbalmagazine. Het bestuur bouwde weliswaar een optie in om de overname ter waarde van één symbolische euro - Shochatovitch beloofde 2,6 miljoen te investeren - terug te kunnen draaien, maar dat bleek uiteindelijk moeilijker dan gedacht.
Shochatovitch slaagde erin om Lommel razendsnel in grote financiële problemen te brengen. Niet alleen investeerde hij minder dan aanvankelijk beloofd, maar ook werden volgens De Standaard op zijn aandringen peperdure clubkostuums en ledboarding aangeschaft en liet hij zichzelf rondrijden in een BMW waarvan er op de wereld slechts achttien bestaan. Ondanks de investering van 1,6 miljoen bedroeg het tekort aan het einde van dit seizoen ruim 800.000 euro. Met Abdoulie Sanyang, Pa Omar Babou (beide Gambianen uit de academie van Schochatovitch), Beka Vachiberadze (een Georgiër), Kolbeinn Thórdarson (een IJslander), Mitja Krizan (een Sloveen), Luka Stevic (een Zwitser), Tomas Svedkauskas (een Litouwer), Samson Iyede (een Nigeriaan) en Armin Mujakic (een Oostenrijker) onstond er een bont gezelschap aan nationaliteiten in de selectie van Lommel, terwijl er een jaar eerder juist lof was voor de manier hoe de club zich met louter Belgische talenten had gehandhaafd in 1B. Met Tim Siekman, Jesse Bertrams, Ricardo Ippel en Joep Hakkens stonden er afgelopen seizoen tevens de nodige Nederlanders onder contract bij Lommel.
Voetbalzone publiceert komende dinsdag een uitgebreid interview met Jesse Bertrams.
“Ik had eind februari al getekend en op dat moment liepen er in de leiding nog exact dezelfde mensen rond als twee seizoenen eerder, toen ik een heel prettig jaar had bij Lommel”, vertelt Bertrams, die door Lommel SK werd overgenomen van ASV Geel en in het seizoen 2016/17 al in het shirt van de club had gespeeld. Een maand nadat hij had getekend, werd de club overgenomen door Shochatovitch. “Met een nieuwe eigenaar weet je niet wat je moet verwachten en dit was de eerste keer dat een club werd overgenomen terwijl ik daar zat. Je weet dat er dan een smak geld in gepompt wordt, er kwamen overal nieuwe mensen en ik merkte dat er ook geïnvesteerd zou worden in nieuwe spelers. Lommel was normaal een club die werkte met spelers uit de regio, maar het veranderde in een club die spelers overal vandaan haalde. Dat vond ik jammer, het was een rare gewaarwording. Drie jaar geleden speelde ik met heel veel plezier bij Lommel, destijds vooral met jongens uit de Belgische provincie Limburg, een paar Hollanders en misschien eentje iets verder uit België. Nu zag ik jongens vanuit de hele wereld komen. We merkten dat hij ambities had, de open en relaxte sfeer veranderde. Er kwam wat meer druk op te liggen.”
De hoge ambities ten spijt, bevond Lommel zich in maart op de rand van de afgrond. Allereerst kwam de licentie voor de Eerste Klasse A en Eerste Klasse B in gevaar vanwege de dubieuze reputatie van Shochatovitch. Naast de eerder genoemde voetbalschool in Gambia, zou hij namelijk ook nog in het geheim op Cyprus opereren als zaakwaarnemer. En volgens de regels mag een club geen eigendom zijn van een makelaar. Daarbij kwam nog eens dat Shochatovitch in maart had besloten dat hij van de club afwilde en de geldkraan dicht te draaien, al was hij in eerste instantie niet bereid om verlies te lijden op zijn investeringen. Door de peperdure huishouding van Shochatovitch was de schuld van Lommel spoedig opgelopen, wat niet bepaald gunstig was voor het eventueel verkrijgen van een licentie. De vanuit Londen en Tel Aviv opererende zakenman, die zijn gezicht alleen zo nu en dan bij de wedstrijden liet zien, zag daarom geen andere keuze om de club voor één symbolische euro terug te verkopen aan de zogenaamde vereniging zonder winstoogmerk (vzw) Lommel SK. Niet alleen bleek Lommel niets waard zonder licentie, maar zijn besluit om vanaf begin maart na het uitbreken van de coronacrisis de salarissen niet meer uit te betalen kon op de nodige weerstand vanuit de selectie rekenen.
“We trainden in het begin van de coronacrisis voor onszelf, dat controleerden ze vanuit de club. Dat moest via een app, daarin hielden ze alles bij en konden ze kijken wat we deden. Maar ze hebben ons sinds 18 maart tijdelijk werkeloos gesteld, waardoor we als groep besloten hebben om niet meer op de manier van de club te trainen. Heel veel Belgische clubs doen het op deze manier, dus je moet het ergens ook accepteren. Het is ook begrijpelijk. De overheid betaalt je dan een soort uitkering, maar dat is lager dan je normale salaris. Als een soort boycot, omdat we vonden dat we niet goed behandeld werden na een prima seizoen. Op gegeven moment zijn ze ermee opgehouden die schema’s te maken, omdat ze in de gaten hadden dat we het toch niet deden”, legt Bertrams uit. Zijn verhaal wordt onderschreven door Ket, die nog altijd contact heeft met voormalig collega’s. “Ik heb dit seizoen een jongen wie ik bij Lommel speelde nog een aantal keer gesproken. Van hem begreep ik dat het dit seizoen al een beetje gezeik was, maar na de coronacrisis is dat in financieel opzicht nog erger geworden. Voor de crisis kregen de spelers al te horen dat ze maximaal 1500 euro per maand zouden krijgen. De rest moesten ze inleveren.”
Na het wijken van Shochatovitch begon voor de leiding van Lommel een race tegen de klok om de licentie én het voortbestaan van de club alsnog veilig te stellen. Een groep lokale investeerders was bereid om de lopende schulden af te lossen en gaf een bankgarantie voor 1,65 miljoen euro, het bedrag dat nodig was om de continuïteit te waarborgen. Schuldenvrij én met licentie was Lommel weer aantrekkelijk voor een eventuele investeerder en met de CFG diende die zich al snel een gegadigde aan. Het vanuit Londen bestuurde voetbalimperium achter Manchester City had eerder al getracht in België voet aan de grond te krijgen door KV Oostende over te nemen. Met Lommel heeft de CFG alsnog praktisch voor niets een Belgische club in handen gekregen, al moet er wel twee miljoen betaald worden om de schulden aan de lokale investeerders weg te werken. Er werd tevens gemeld dat er strategische motivaties bestaan rond de overname van Lommel. De Nederlandse grens is immers nog geen tien minuten verwijderd van het Soevereinstadion, terwijl ook Duitsland relatief dichtbij ligt.
Het uiteindelijke doel van de CFG is duidelijk: geld verdienen. Lommel is de negende club waarin de door Sheikh Mansour opgerichte groep een aandeel vergaart, na Manchester City, Mumbai City, Montevideo City Torque, New York City, Melbourne City, Girona, Sichuan Jiuniu en Yokohama F. Marinos. Met het opzetten van een wereldwijd merk creëert men op verschillende delen van de wereld een fanbase, wat in commercieel opzicht interessant is. Een ander belangrijk aspect in het verdienmodel van de CFG is het aantrekken en doorverkopen van spelers. Een voorbeeld van hoe het ‘Disney-imperium van voetbal’ in korte tijd veel geld kan verdienen aan een speler, is Aaron Mooy. De Australische middenvelder werd eerst door Melbourne City opgepikt, maakte de overstap naar Manchester City, werd verhuurd aan Huddersfield Town en verliet the Citizens een jaar later definitief zonder een wedstrijd gespeeld te hebben voor 9,1 miljoen euro. Voor het ontwikkelen en laten rijpen van spelers, is een Belgische club een ideale aanwinst. De regels in België voor buitenlandse spelers zijn relatief soepel, terwijl Lommel al op een aardig niveau speelt.
Het is de vraag hoe de samenwerking met de CFG er voor Lommel precies komt uit te zien. “Het was voor ons onverwachts. We wisten wel dat ze bezig waren, maar we lazen online ineens dat de club was overgenomen door de City Football Group. Positief nieuws, denk ik. De club is dan in ieder geval uit de financiële problemen. Voor ons is het afwachten wat er gaat gebeuren. Als we weer te werk worden gesteld, zullen we moeten wachten”, stelt Bertrams. Voorlopig is al bekend dat jurist Cliff en financieel directeur Andy Young zitting krijgen in het bestuur van Lommel. Operationeel directeur Harm van Veldhoven is in ieder geval overtuigd van de ambities van de CFG, zo zei hij in gesprek met het Algemeen Dagblad. “We hebben moeten knokken om te overleven, nu kijken we weer vooruit. City is niet naar hier gekomen om de bomen in het mooie groene bos te tellen. Het idee is om in een x-aantal jaren om promotie te spelen.”