https://images1.persgroep.net/rcs/Kyt87aY88LEiEHT18szn2BQ-oHU/diocontent/170356668/_fitwidth/1240?appId=93a17a8fd81db0de025c8abd1cca1279&quality=0.9
Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA).Beeld Thomas Sweertvaegher

Weyts wil versoepeling afstandsregels in klas: ‘4 vierkante meter per leerling is groot struikelblok’

by

De forse versnelling in de heropening van de scholen die de Vlaamse onderwijswereld vrijdag afklopte, stuit op kritiek uit het veld. Vooral de afstandsregels in de klas liggen moeilijk. Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA) pleit voor een versoepeling.

“We willen zoveel mogelijk leerlingen terug naar school halen”, zegt Weyts. “Dat moet veilig én doenbaar zijn. We hebben de voorschriften al op een paar belangrijke punten kunnen aanpassen, om het doenbaar te houden voor de scholen. Maar ik besef heel goed dat de heropening van de scholen op praktisch gebied nog altijd een huzarenstuk blijft. Zo is de 4 m² per leerling voor sommige scholen een groot struikelblok. Samen met de GEES en mijn collega-ministers van de Franse en Duitstalige Gemeenschap bekijk ik of we ook op dat punt niet enige versoepeling kunnen krijgen.”

Afgelopen vrijdag kwam Weyts met de onderwijskoepels, -netten en vakbonden overeen dat zowel in het kleuter-, lager - als secundair onderwijs vanaf 2 juni meer leerlingen zouden mogen komen - als de Nationale Veiligheidsraad het scenario goedkeurt en scholen dat organisatorisch rondgefietst krijgen tenminste.

Lees ook deze open brief van een schooldirecteur: Beste meneer Ben Weyts, voor wie neemt u ons eigenlijk?

Via verschillende kanalen lieten leerkrachten en directeurs de afgelopen dagen weten dat ze die plannen moeilijk haalbaar vinden. Vooral de afstandsregels in de klas (leerlingen moeten elk een oppervlakte van 4 m² krijgen, leerkrachten een van 8 m²) stoot op de grenzen van wat scholen kunnen.

‘Nu voor sommige scholen onmogelijk’

Bijvoorbeeld de Antwerpse en Gentse schepenen van Onderwijs, respectievelijk Jinnih Beels (sp.a) en Elke Decruynaere (Groen), signaleerden dat al. “Als we die afstandsregels moeten aanhouden, is het voor sommige scholen onmogelijk”, zegt Beels. “Vandaar onze oproep, zowel uit Gent als Antwerpen, áls van de directies, om die beperking op te heffen en te werken met klasbubbels van 24 leerlingen.”

Ook Lieven Boeve, directeur-generaal van Katholiek Onderwijs Vlaanderen, is vragende partij voor zo’n versoepeling maar wijst erop dat dat vrijdag uitdrukkelijk niet kon voor de GEES. Tegelijk wil hij nog eens benadrukken dat scholen doen wat ze kunnen. “Er worden verwachtingen gecreëerd in de samenleving dat iedereen terug naar school kan”, zegt hij. “Maar die verwachting kan niet overal op dezelfde manier waargemaakt worden. Waar ze niet waargemaakt kan worden, heeft dat niets te maken met dat scholen niet willen meer leerlingen naar school halen, maar dat ze dat om veiligheidsredenen niet kunnen.”

Eigenlijk richt iedereen zich vooral tot de GEES. Weyts heeft immers altijd aangegeven dat hij maar zo ver kan springen als de virologen uit de GEES hem toelaten te springen. Ook Beels doet dat. “Als je ‘A’ roept, moet je ook ‘B’ zeggen”, aldus de schepen. “Je kan niet langs de ene kant zeggen: ‘iedereen kan naar school’, en aan de andere kant de veiligheidsmaatregelen niet versoepelen. Zeg dan het eerste deel niet.”

Nochtans waren er vrijdag wel enkele versoepelingen van die veiligheidsvoorschriften uit de bus gekomen. Zo gelden er geen afstandsregels meer voor kleuters. Ook mogen er voortaan ook twintig leerlingen in een bubbel zitten in het lager onderwijs, zolang de afstandsregels gerespecteerd worden. En daar knelt het schoentje dus volgens veel directeurs en scholen. Weinig scholen hebben klaslokalen van 88 m² groot.

Van Ranst: ‘Hoeft geen groot probleem te zijn’

Viroloog Marc Van Ranst geeft alvast aan dat het geen probleem is om kinderen wat dichter bij elkaar te zetten in de klas. “Die afstand zal niet altijd kunnen gegarandeerd worden. Waarschijnlijk wel naar de leerkracht toe, maar die kinderen onder elkaar niet”, zei hij in Het Journaal. “Als dat niet lukt, dan moet je ze wel iets dichter zetten. Ik denk niet dat dat een groot probleem hoeft te zijn. Maar daar moet nog over gepraat worden.” 

Van Ranst wijst er ook op dat kinderen enkele weken later sowieso met elkaar zullen ravotten op de zomerkampen.