Hoe rolstoelgigant het Hulpmiddelencentrum over de kop ging
by Mathijs SmitMet het faillissement van rolstoelleverancier het Hulpmiddelencentrum (HMC) kwam de dienstverlening aan 50.000 kwetsbare klanten in het geding. Maar achter de schermen blijkt het al jaren hommeles bij het zorgbedrijf. Een reconstructie.
Dat er op de met publiek geld gefinancierde markt voor medische hulpmiddelen weinig te verdienen valt, is geen geheim. Afgelopen jaren klaagden leveranciers van rolstoelen, scootmobiels en trapliften steen en been over felle concurrentie en lage tarieven.
Dunne marges
Omdat gemeenten krappe budgetten hebben voor de medische hulpmiddelen die zij onder de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) moeten aanbieden aan zorgbehoeftige inwoners, zuchten de leveranciers onder dunne marges. Dan hoeft er weinig mis te gaan, om in de problemen te komen.
Zo beschreef RTL Nieuws eerder de malaise bij Welzorg. In de hoop de winstgevendheid te verbeteren, voerde het zorgbedrijf in 2017 een reorganisatie door die desastreus mislukte. Daardoor liep de dienstverlening aan honderden gebruikers in de soep, en leed het bedrijf gigantische verliezen.
24 miljoen
Nu blijkt dat ook concurrent het Hulpmiddelencentrum (HMC) jarenlang onvoorstelbaar hoge verliezen heeft gemaakt. Begin april ging het bedrijf failliet.
Uit het onlangs verschenen eerste faillissementsverslag bleken de dieprode cijfers; van 2016 tot 2019 een totaalverlies van 24 miljoen euro.
Lees ook: Hulpmiddelencentrum boekte megaverliezen; doorstart nabij
Pikant is dat die verliezen explodeerden na een overname, die het bedrijf juist veel sterker had moeten maken. Hoe kon dat gebeuren? Wat ging er mis?
Fusiebedrijf
De geschiedenis van het Hulpmiddelencentrum gaat terug tot 1937, toen de Rotterdamse fietsenmaker Dirk Beenhakker invalidenwagens en aangepaste fietsen ging maken. Zijn bekendste klant was Rigardus Rijnhout, de 'Reus van Rotterdam'.
In 2014 fuseert het Rotterdamse bedrijf met een aantal branchegenoten tot JenS Beenhakker, waardoor een substantiële regionale speler ontstaat. Het bedrijf komt daarbij in handen van de dan 39-jarige zorgondernemer Stefan van Bloemendaal, eerder eigenaar van een van de gefuseerde bedrijven.
Landelijke speler
Van Bloemendaal wil echter méér. Hij heeft de ambitie om uit te groeien tot een landelijke speler. Die kans ontstaat in 2016, als de Friese zorggroep Kwadrant uit Drachten van haar hulpmiddelenbedrijven af wil.
Kwadrant is een grote ouderen- en thuiszorginstelling, met dan een omzet van 221 miljoen euro. Onder de streep staat echter een verlies van 1,3 miljoen euro, dat wordt veroorzaakt door een aantal moeizaam draaiende dochters.
Daaronder vier leveranciers van medische hulpmiddelen; Hulpmiddelencentrum Friesland, Lammert de Vries Revalidatietechniek, Revatech Jissink en de Groene Kruis Winkel. In totaal werken er zo'n 200 mensen. Kwadrant wil de bedrijven graag lozen, en schakelt Boer & Croon Corporate Finance in als verkoopadviseur.
Geweldige deal
Zorgondernemer Van Bloemendaal van JenS Beenhakker ruikt zijn kans. Met financiële steun van de Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) weet hij een op het oog geweldige deal te sluiten. In de herfst van 2016 koopt hij de bedrijven voor het symbolische bedrag van 1 euro. Wel moet hij ook de schuldenlast overnemen.
Niet iedereen vindt de deal overigens zo geweldig. De 200 werknemers van de overgenomen bedrijven moeten verhuizen van een veilige, grotendeels publiek gefinancierde zorginstelling naar een commercieel bedrijf in een extreem concurrerende sector. Dat leidt tot enige onrust.
Werknemers bezorgd
Kwadrant masseert die zorgen echter handig weg. In een persbericht erkent het zorgbedrijf dat de werknemers 'onzeker' zijn over hun toekomst onder de nieuwe eigenaar, maar zij zouden 'ook inzien dat schaalvergroting nodig is om als hulpmiddelenbedrijven in de toekomst te kunnen blijven bestaan.'
Van schaalvergroting is zeker sprake. Dankzij de overname leidt zorgondernemer Van Bloemendaal opeens een bedrijf met 500 werknemers, 11 vestigingen door Nederland en een omzet van 58 miljoen euro. Daarmee is hij de derde speler in de markt, na concurrenten Medux (Medipoint) en Welzorg.
Die concurrenten zijn overigens in handen van zeer kapitaalkrachtige eigenaren; respectievelijk investeerder NPM Capital en auto-importeur Louwman. Dat kan Van Bloemendaal van zijn bedrijf niet zeggen. De medische hulpmiddelen die hij via gemeenten aan zijn kwetsbare klanten levert, kan zijn bedrijf niet eens betalen. Hij leaset ze, van eigenaar Econocom Healthcare.
Belabberde situatie
Dat het zorgbedrijf er al vóór de overname van de Kwadrant-bedrijven belabberd voorstaat, is destijds onbekend. Nu is dat wel te zien, in de jaarstukken die het bedrijf later bij de Kamer van Koophandel inleverde.
Daaruit blijkt dat JenS Beenhakker in 2014 een verlies van 8,6 miljoen euro maakt; en een jaar later nog eens 1,7 miljoen euro. Eind 2015 is het eigen vermogen bijna 5 miljoen euro negatief; het bedrijf is dus technisch failliet.
Dat is informatie, die Kwadrant destijds niet deelt met de bezorgde werknemers. Volgens toenmalig Kwadrant-directeur Gerrit van Deutekom was de Friese zorggroep van die financiële details ook niet op de hoogte. "Er waren destijds geen cijfers van de koper beschikbaar. Ik betwijfel dat aan deze partij zou zijn verkocht, als Kwadrant dit had geweten."
Matige prestaties
Niet verrassend is dat de twee kwakkelende bedrijven in het jaar van de fusie samen ook matig presteren. Uit het faillissementsverslag blijkt dat de combinatie in 2016 een verlies boekt van 2 miljoen euro, op een omzet van 58 miljoen euro.
Maar zoals gezegd, de nieuwe schaalgrootte moet een einde maken aan de kwakkelende prestaties. Dus de verwachtingen voor de toekomst zijn hoog gespannen.
Wisseling van de wacht
Opmerkelijk is wel dat eigenaar Van Bloemendaal in oktober 2017, een krap jaar na de overname, terugtreedt als topman. Volgens een persbericht blijft hij wel betrokken als aandeelhouder.
Zijn plaats als algemeen directeur wordt ingenomen door Gerrit van Deutekom, voorheen directeur van de Kwadrant-bedrijven. Als financiële man schuift Barry van 't Hull aan, afkomstig van Boer & Croon CF. Dat is het kantoor dat Kwadrant destijds adviseerde bij de verkoop.
Reddingsplan
Gezien hun achtergrond kennen beide mannen een deel van het bedrijf en de markt goed. Daarmee zijn zij het aangewezen duo om de onderneming gezond te maken. "Dat werd ons door aandeelhouder Van Bloemendaal en financier Econocom gevraagd", zegt Van Deutekom.
Van Deutekom wil niet in detail op zijn betrokkenheid bij het bedrijf ingaan, maar wel de grote lijnen schetsen. "Uit onze analyse bleek dat de financieringslasten als gevolg van de leaseconstructie met Econocom te hoog waren."
Niet levensvatbaar
De nieuwe directie stelt een plan op, waarin die lasten flink omlaag gaan. Maar dat stuit op bezwaren. Volgens Van Deutekom wil Econocom, de eigenaar van de geleasede hulpmiddelen, niet inleveren. "Minder lasten voor het Hulpmiddelencentrum betekende minder inkomsten voor hen."
Eigenaar Van Bloemendaal zou het plan aanvankelijk hebben gesteund. "Maar omdat Econocom niet wilde meewerken, koos hij hun kant. Toen zijn wij opgestapt. Het was ons al duidelijk dat het bedrijf met die hoge lasten niet levensvatbaar was."
Beter bekken
Vlak voor zijn vertrek, begin 2018, kan Van Deutekom JenS Beenhakker nog wel omdopen tot het beter bekkende Hulpmiddelencentrum. "De hulpmiddelen en dienstverlening blijven zoals u dat van ons gewend bent. Met dezelfde kwaliteit en service", belooft het bedrijf zijn afnemers optimistisch.
Na het voortijdige vertrek van de trouble shooters keert Van Bloemendaal in stilte terug als bestuurder. "Ik moest wel, want de directie stapte plotseling op", bevestigt de eigenaar.
Megaverliezen
De noodzaak van een reddingsplan blijkt wel uit de cijfers die nu openbaar zijn geworden. In 2017 boekt de onderneming een verlies van ruim 10 miljoen euro, staat in het eerste curatorenverslag. In 2018 is het verlies zelfs nog groter; ruim 11 miljoen.
Eind dat jaar heeft het eigen vermogen van het Hulpmiddelencentrum een duizelingwekkende diepte bereikt, van bijna 60 miljoen euro negatief.
Dramatisch it-project
Maar het kan nog erger. Begin 2019 treedt een nieuw directieteam aan. Algemeen directeur Ernst Dijkstra en financieel directeur Cornee van der Spoel voeren een nieuw automatiseringssysteem in, waarmee alle dochterbedrijven op dezelfde manier gaan werken.
Daardoor moet het Hulpmiddelencentrum efficiënter worden, en uit de problemen komen. Maar het project pakt dramatisch uit. Al een paar maanden na de invoering, in de zomer van 2019, gaat de dienstverlening er ernstig door haperen.
Hartverscheurende verhalen
In de media verschijnen hartverscheurende verhalen over kwetsbare klanten, die tergend lang moeten wachten op hun nieuwe rolstoelen en scootmobiels. Onderdelen raken zoek, reparaties blijven uit.
De eerder gedane belofte over de blijvende kwaliteit van de dienstverlening, klinkt na als een holle echo.
Financiële consequenties
In augustus zegt Dijkstra dat de weg omhoog weer is ingezet, maar dat blijkt te rooskleurig. Begin dit jaar blijken de problemen nog niet verholpen. Dat heeft ook financiële consequenties. Volgens het Hulpmiddelencentrum weigeren sommige gemeenten facturen te betalen, of leggen zelfs boetes op.
Eind 2019 wendt directeur Dijkstra zich in een brandbrief aan zijn afnemers. Daarin erkent hij de ondermaatse dienstverlening door 'onvoorziene tegenvallers bij de herstructurering'. Maar de rekening daarvoor legt hij doodleuk bij de gemeenten. Van hun onbetaalde facturen of boetes zullen de kwetsbare eindgebruikers van de medische hulpmiddelen de dupe van worden, dreigt hij.
Klant de dupe
Ook publiekelijk, onder meer in een interview in het AD in januari, schuift Dijkstra de zwarte piet naar de gemeenten. Omdat zij niet over de brug komen, kan hij zijn leveranciers niet meer betalen. "Zo beland je in een vicieuze cirkel", aldus de directeur.
Dat het bedrijf er al vóór de invoering van het nieuwe computersysteem en de haperende dienstverlening zorgwekkend slecht voorstond, laat hij onvermeld. Oud-directeur Van Deutekom: "Natuurlijk heeft het it-project niet geholpen. Maar als je zo weinig liquiditeit hebt, zijn tegenvallers moeilijk op te vangen."
Over het uiteindelijke faillissement zegt Van Deutekom dan ook niet verrast te zijn. "Wij stelden destijds een scenario op wat er zou gebeuren als ons plan niet zou worden uitgevoerd. Dat is aardig uitgekomen."
Lemen voeten
Eigenaar Van Bloemendaal zegt 'weinig behoefte' te hebben om diep op de oorzaken van het faillissement in te gaan. "Natuurlijk zijn er dingen verkeerd gegaan. Destijds dachten wij een antwoord te hebben op de lastige markt, maar dat is anders gelopen. Het heeft weinig zin om dat achteraf te bespreken. Bovendien wil ik de curatoren niet voor de voeten lopen."
Of hij al met de fusie in 2014 en de leaseconstructie met Econocom een reus op lemen voeten creëerde? "Dat zijn uw woorden. In samenspraak met de financiers dachten wij destijds dat het zo kon."
Onderzoek
Curator Carl Hamm, die het faillissement moet afwikkelen, laat weten de oorzaken van het faillissement nog onder de loep te zullen nemen. "Volgens de directie zijn de verliezen geleden als gevolg van de slechte tarieven van gemeenten (…) en een niet goed geïntegreerd softwaresysteem. Wij zullen dit nader onderzoeken."
In dat onderzoek zal ongetwijfeld ook gekeken worden naar het reddingsplan, dat eind 2017 werd afgewezen door de eigenaar en de financier. Maar eerst richten de curatoren hun energie op het definitief rond krijgen van een doorstart. Die moet voortzetting van dienstverlening aan 50.000 kwetsbare klanten waarborgen.
Lees ook: Value8 en Kersten willen doorstart van failliet Hulpmiddelencentrum