‘Ik durf mezelf niet arm te noemen, maar mijn rekening is leeg, dus ik bén het wel’
by Sam OogheMensen in nood overrompelen de OCMW’s in de centrumsteden sinds het begin van de coronacrisis. In Antwerpen zijn er 30 procent meer leeflonen toegekend, en het Gentse OCMW zag het aantal behoeftige inwoners bijna verdubbelen. Dat is nog maar het begin van een immense sociale catastrofe, vrezen armoedeorganisaties. Van cultuurwerkers zonder perspectief tot tijdelijke arbeidskrachten in angstaanjagende onzekerheid: het coronavirus dreigt tienduizenden Vlamingen kopje onder te duwen. ‘Je hoort altijd dat geld niet gelukkig maakt, maar je hebt het wel nodig.’
Kenny Vanslambrouck (36) uit Waasmunster was tien jaar beroepsmilitair voor het Belgische leger, maar hij gooide het roer om en leeft sindsdien van job naar job. Hij heeft een tijdje als ambulancier en daarna als verkoper gewerkt, maar een vast contract heeft hij nooit gekregen. Sinds januari van dit jaar was hij op tijdelijke basis als magazijnier aan de slag bij een ramen- en deurenfabrikant in Lokeren, tot de coronacrisis uitbrak.
Kenny Vanslambrouck: “Ik was blij dat mijn werkgever niet sloot na de corona-uitbraak, want ik kon het geld goed gebruiken. Ik deed het werk ook graag. Ik moest de afgewerkte ramen en deuren klaarmaken voor transport. In het atelier was er wel voldoende ruimte om de afstandsregels te respecteren, maar niet voor wat ik moest doen. Je kunt onmogelijk afstand houden als je met een collega materiaal op een metalen bok moet plaatsen.
“Eind maart zei mijn collega dat hij zich grieperig voelde. Hij meende dat hij koorts had. Oké, dacht ik, die blijft de komende twee weken thuis. De richtlijnen van de overheid waren duidelijk. Maar de volgende dag stond hij er terug. Begrijpelijk, want hij was niet doodziek en ook hij heeft natuurlijk het geld nodig, maar ik was ongerust. Mijn vrouw was in februari geopereerd en behoort tot een risicogroep. Ikzelf had vorig jaar met een zware longontsteking in het ziekenhuis gelegen, en één van mijn dochtertjes heeft zwakke longen omdat ze kort na haar geboorte ziek geworden is.
“Ik heb de projectmanager van het atelier gevraagd waarom mijn collega aanwezig mocht zijn. Ik herinnerde hem eraan dat een zieke eigenlijk niet mág komen werken. De projectmanager pikte dat niet en is uitgevlogen tegen mij. Ik mocht vertrekken.”
Gaat dat zo makkelijk?
Vanslambrouck: “Ja, omdat ik geen vaste werknemer ben: ik had een tijdelijk contract. Ik had nochtans gehoopt dat ik daar een vast contract zou kunnen krijgen. In mijn overeenkomst stond dat de werkgever mij na negentig dagen vast in dienst moest nemen, anders liep het contract gewoon af. Als tijdelijke arbeider ben je inwisselbaar, je hebt geen poot om op te staan. Ik heb mijn situatie wel gemeld bij de vakbond, het meldpunt van de PVDA en de informatiedienst van Covid-19. Niet om mijn terugkeer af te dwingen, want in zo’n onveilige omgeving wil ik niet werken. Wel om mijn ex-collega’s te beschermen. Intussen leef ik weer in onzekerheid.”
Hebt u al nieuw werk gevonden?
Vanslambrouck: “Ik solliciteer elke dag, maar nu werk vinden is bijna onmogelijk. In april en de eerste weken van mei lagen bijna alle bedrijven stil. Ik doe wat ik kan, maar ik wacht bang af.
“Ik krijg nu een werkloosheidsuitkering die maar net boven het bestaansminimum ligt, omdat ik soms tijdelijk werkloos was. Mijn vrouw is invalide, dus we leven allebei van een uitkering. Gelukkig zijn we spaarzaam en hadden we een kleine buffer opgebouwd. Maar als er vóór de zomer geen job uit de bus komt, zal het water ons aan de lippen staan. Dan weet ik niet hoe we de rekeningen kunnen betalen, want of je werk hebt of niet, de facturen blijven komen. Er zijn de medische kosten voor mijn vrouw, onze oudste dochter wordt begeleid door een logopediste: dat kun je niet schrappen.”
Hebben jullie hulp gezocht?
Vanslambrouck: “We hebben met het OCMW gesproken, maar de uitkering van mijn vrouw is te hoog om steun te krijgen. Oké, die uitkering is fatsoenlijk omdat de medische kosten zo hoog zijn, maar ze wordt er ook op belast. Daardoor blijft er weinig over, maar toch krijgen we geen hulp, alleen een kleine tegemoetkoming van het OCMW omdat we ons met stookolie verwarmen.
“Het is sinds maart heel moeilijk geworden, zeker omdat het leven sinds de crisis alleen maar duurder is geworden. Vroeger betaalde ik voor onze wekelijkse boodschappenkar tussen de 100 en 150 euro. Vandaag was het 220 euro. Supermarkten mogen weer kortingen geven, maar blijkbaar zijn ze er nog niet mee begonnen.
“Als ik kon terugkeren in de tijd, zou ik zeker opnieuw naar de projectmanager gestapt zijn. De veiligheid en gezondheid van mijn gezin gaan boven alles.”
NIET OP VAKANTIE
Door het coronavirus zijn ruim één miljoen Vlamingen tijdelijk werkloos geworden. Wie noodgedwongen thuisblijft, krijgt 70 procent van zijn loon uitbetaald. Dat is geen ramp voor tweeverdieners met kantoorjobs, wel voor Vlamingen die voor een laag loon werken, zoals poetshulp Cindy Eykens (43) uit Turnhout. Zij is ondanks de gezondheidsrisico’s toch weer aan de slag gegaan.
Cindy Eykens: “Ik wilde eigenlijk nog de hele maand mei thuisblijven, maar dat was geen optie meer. Door zuinig te leven kon ik de eindjes nog net aan elkaar knopen. In de coronacrisis werd ik tijdelijk werkloos en zakte mijn inkomen van 1.200 euro naar 870 euro. Ik ben een alleenstaande mama met drie kindjes. De huur en de elektriciteits- en gasrekening betalen, eten voor vier kopen: dat lukt niet met 870 euro.
“Mijn uitkering voor april is pas half mei gestort, waardoor ik zelfs geen voeding meer kon kopen. Daarom ben ik gaan aankloppen bij de voedselbank in Turnhout. Er zijn nog periodes geweest waarin ik het financieel moeilijk had, maar dat had ik nog nooit gedaan. Je hoort altijd dat geld niet gelukkig maakt, maar je hebt het wel nodig.”
Nu poetst u opnieuw: hoe voelt u zich?
Eykens: “Ik poets vooral bij senioren en mensen met een beperking. Zij houden zich niet altijd aan die anderhalve meter. Gelukkig heb ik handschoenen en een mondmasker, zodat ik zo veilig mogelijk kan werken. Ik merk wel dat mensen de regels steeds beter naleven: ze hebben er begrip voor dat ik hen naar een andere kamer of naar buiten stuur. Mijn baas liet ook al weten dat we naar huis mogen als we ons niet veilig voelen. Maar ik móét wel werken als ik niet nog dieper in de financiële problemen wil belanden.”
HUMO Hoe ziet u de komende maanden tegemoet?
Eykens: “Ik mag absoluut niet ziek worden, dus ik ben nog voorzichtiger dan anders. Nog spaarzamer ook: die broek met een scheurtje zal ik wat langer moeten dragen. Ik hoop vooral dat er geen tweede lockdown komt, want ik heb geen reserve meer om weer werkloos thuis te zitten.
“Ik had de voorbije maanden wat gespaard voor een korte vakantie met de kinderen. Dat potje is nu in één maand tijd opgesoupeerd. Nog een maand werkloosheid was er te veel aan geweest. Op vakantie gaan zit er niet meer in. Maar ik blijf positief, dat zit in mijn karakter: we zullen volgend jaar wel naar de kust kunnen gaan.
“Mijn drie kinderen zijn het belangrijkst in mijn leven. Ik wil hen alle kansen geven. Veel extraatjes zitten er niet in, maar ik heb wel enkele keren ingrediënten gekocht om cake en koekjes te bakken. Zo konden we ons toch nog samen amuseren, want in ons appartementje lopen de kinderen soms de muren op.”
LEEFLOON VAN 100 EURO
‘Toen ik hoorde dat alles dichtging, wist ik: we zijn gesjareld.’ Stefaan Degand maakte zich vorige week luidop zorgen over de jonge talenten in de cultuursector. Theatervoorstellingen en concerten zijn nog niet voor morgen, en tot overmaat van ramp kunnen werknemers amper aanspraak maken op steunmaatregelen. Geen wonder dat de Antwerpse scenografe Zaza Dupont (25) en de Brusselse danseres Dunya Narli (24) zwarte sneeuw zien.
Zaza Dupont: “Er is geen vangnet voor jonge mensen in de cultuursector. Ik wou dat ik overdreef, maar er is werkelijk níéts. Als scenograaf werk ik voor het ene project na het andere, en daarvoor heb ik mondelinge overeenkomsten met opdrachtgevers: op een vastgelegde datum kan ik een contract tekenen, maar zij kunnen wel beslissen om ervan af te zien. Dat is nu het geval, omdat alle theatervoorstellingen afgelast zijn. Ik denk dat ik al zo’n 10.000 euro aan inkomsten zal mislopen.”
Kun je genieten van tijdelijke werkloosheid?
Dupont: “Nee, en ik kan ook geen gewone werkloosheidsuitkering aanvragen, want ik heb nog niet lang genoeg gewerkt.”
Dunya Narli: “Ik zit in dezelfde situatie. Ik had wel voldoende dans- en lesopdrachten in maart en april, maar die contracten waren nog niet getekend, dus ik kan niets bewijzen aan de overheid, maar het is de enige manier waarop we kunnen werken in de culturele wereld. Daar worden we nu voor gestraft, en dat is heel frustrerend. Ik heb de voorbije weken ontelbaar veel telefoontjes gepleegd en mails verstuurd, maar er is geen enkele regeling voor mensen zoals ik. Het is alsof dansers en kunstenaars niet echt werken. Dat zegt meer over het systeem dan over ons.”
Jullie hebben helemaal geen inkomen sinds maart?
Narli: “Ik verdien nu níéts. Het OCMW zoekt uit of er toch iets mogelijk is. Dat is mijn laatste hoop. Het absolute minimum volstaat voor mij, elke euro telt nu.”
Dupont: “Ik werk nog als assistent voor een voorstelling die begin 2021 in première gaat, maar dat is één maandloon. Ik werk ook voor een theaterproductie in Amsterdam, maar in mijn contract staat een overmachtsclausule. Als de voorstelling niet kan doorgaan door het virus, krijg ik geen geld.
“De situatie wordt angstaanjagend. Ik ben nu naar het OCMW gestapt en daar kreeg ik te horen dat ik een leefloon van 100 euro per maand kan krijgen, omdat ik samenwoon met mijn vriend. We hebben geen juridische band, maar dat volstaat blijkbaar. Mijn vriend is fietsenmaker en hij is tijdens de lockdown tijdelijk werkloos geworden: hij kreeg nog 1.150 euro. Opgeteld moesten we het dus rooien met 1.250 euro. Het is confronterend om te zien hoe weinig geld er overblijft als we er de huur en de vaste kosten van aftrekken. Op mijn spaarrekening staat bijna niets meer. Gelukkig mag mijn vriend nu weer deeltijds werken, maar we moeten afwachten hoeveel hij zal verdienen. En ik wil niet van hem afhankelijk zijn: ik blijf zelf de huur betalen.”
Hebben jullie geprobeerd een bijbaan te zoeken?
Dupont: “Ik solliciteer elke dag wel ergens, maar ik heb in al die tijd welgeteld één reactie gehad.”
Narli: “De stress is soms niet te harden. Ik wil gewoon geld verdienen, maar het lukt niet. Ik kan nergens aan de slag.”
Dupont: “Mijn vriend en ik leven zéér zuinig. We gaan alleen naar goedkope winkels. We proberen nog steeds milieubewust te kopen, maar dat is niet eenvoudig met zo weinig geld. Het is onwezenlijk. Ik zou niet durven te zeggen dat ik in armoede leef, maar er staat bijna niets op mijn rekening, dus het is wel zo.”
Narli: “Al mijn spaargeld is op. Ik heb geen inkomen, maar ik moet wel de huur, de elektriciteit en mijn eten betalen. Ik heb geld moeten lenen bij mijn ouders. Om mijn danscarrière te kunnen uitbouwen werk ik ook in de horeca, maar nu ligt ook die sector plat. Gelukkig kon ik beginnen als aardbeienplukker op een boerderij. Zo kan ik mijn schulden vereffenen en hopelijk wat opzijzetten voor de komende maanden. En intussen zit ik lekker in de natuur, en niet in Brussel.”
Hebben jullie spijt van jullie beroepskeuze?
Narli: “Niemand stapt in de cultuursector om rijk te worden. De keuze om danseres en choreograaf te worden, was er één van het hart. Ik hoef niet veel geld op mijn spaarrekening te hebben. Nee, ik wil ervaringen opdoen, groeien als danseres en steeds beter worden. Daarom ook zitten zoveel jonge cultuurwerkers nu in de problemen: we investeren in onszelf. Ik volg workshops van dansers naar wie ik opkijk of ik werk aan eigen choreografieën. Zo word ik bekender, krijg ik steeds meer opdrachten en maak ik naam in de danswereld. Maar ik ben een eenvrouwsbedrijf, en dan krijg je blijkbaar geen staatssteun.”
Dupont: “Gisteren ben ik ingestort. Zonder de crisis was het al spartelen, maar corona was de druppel. ‘Ik stop ermee,’ heb ik tegen mijn vriend gezegd, ‘ik kan niet meer.’ Ik wil gewoon mijn werk doen, maar ik moet met zoveel regels rekening houden. En zelfs als ik dat doe, krijg ik te horen dat ik niet genoeg werk en dus geen steun kan krijgen. Maar echt stoppen? Nee. Het is doodzonde dat cultuurwerkers zo slecht betaald en behandeld worden, maar scenografie is mijn roeping. Er is altijd wel een uitweg: een tijdelijke bijbaan in rustiger periodes, of iemand die me wat geld kan lenen.”
Narli: “Zolang er mensen zijn, zal er cultuur zijn: dat is ons grote geluk. Ik werk nu aan een solovoorstelling. Zodra de zalen weer opengaan, kan ik optreden. Ik geef mijn droom nog niet op.”
DURE KEUKENROL
Monique Van Houdenhove (64) uit Oostende is invalide. Ze zou wel willen werken, maar een trombose en een bot-aandoening houden haar thuis. Haar invaliditeitsuitkering ligt niet lager door de coronacrisis, maar haar leven is wel radicaal veranderd.
Monique Van Houdenhove: “Ik ben doodsbang om ziek te worden. Wat als ik in het ziekenhuis beland? Mijn partner is een longpatiënt. Als hij getroffen wordt door het coronavirus, zal hij máánden in het ziekenhuis liggen. Maar dat kunnen wij niet betalen: zijn inkomen zou drastisch dalen, en wij kunnen ons geen hospitalisatieverzekering veroorloven. Daar lig ik ’s nachts wakker van.
“Ons gezin balanceert op de armoedegrens. Mijn man werkt in een beschutte werkplaats en godzijdank is die tot nu toe opengebleven. Ik krijg een uitkering, maar omdat ik samenwoon met hem, is die herleid tot 40 procent. De logica is dat je partner voldoende moet verdienen om voor jou te zorgen, maar samen hebben we geen marge. Als we de woonkosten aftrekken van onze inkomens, hebben we 300 euro per maand om mee rond te komen. Dat betekent niet dat we moeten bedelen om een brood te kunnen kopen, wel dat we op een slappe koord balanceren. Elke tegenslag kan de genadeslag zijn, want we hebben nauwelijks spaargeld. We zijn elke maand weer opgelucht als we er geraakt zijn.”
Hoe hard heeft de coronacrisis jullie getroffen?
Van Houdenhove: “We moeten aanzienlijk meer betalen in de winkel, want veel mensen hebben in maart de producten van de budgetmerken opgekocht. Voor handzeep betaal ik normaal 99 cent – als je op je centen moet letten, ken je de prijzen. Nu blijft er alleen zeep van 3,25 euro over. Als je elke euro moet omdraaien, is dat een drama.
“Ik voel me soms in de steek gelaten. Het virus maakt geen onderscheid tussen arm en rijk, maar arme mensen kunnen zich minder goed wapenen tegen corona. Pas na acht weken heeft de overheid de btw op handgels verlaagd van 21 naar 6 procent. Dat had veel sneller gekund. Het is toch belangrijk dat alle mensen zich kunnen beschermen tegen het virus? Hetzelfde met die keukenrollen. Volgens de virologen moeten we onze handen afdrogen met papier, en niet met een handdoek. Maar de goedkope rollen van 1,99 euro vind je praktisch nergens meer. Nu zouden wij dus 3 euro moeten betalen. Dat kunnen wij niet.
“Je wilt niet geloven hoeveel pech wij gehad hebben: in de éérste week van de lockdown heeft onze wasmachine het begeven, na veertien jaar dienst. Toen was er wel even paniek. Net nu alles duurder wordt, mijn man zijn job kan verliezen en alles op hoge temperatuur ontsmet moet worden – we hebben wekenlang onze handdoeken in kokend water gewassen. Omdat alle winkels dicht waren, moesten we online een nieuwe wasmachine zoeken. Dat betekent ook: betalen met de kredietkaart. Maar als je de aankoopsom de volgende maand niet kunt terugbetalen omdat het saldo op je zichtrekening te laag is, bouw je een kredietkaartschuld op. Een wasmachine kost je dan tot 700 euro. Dat is het rare: als je geen geld hebt, wordt alles dúúrder. Gelukkig vonden we een winkel waar we een nieuwe wasmachine op afbetaling konden kopen, zonder intresten. Nu betalen we 25 euro per maand af.
“We stellen ook alles uit: mijn partner moet eigenlijk naar de tandarts, maar omdat hij vreest dat hij misschien werkloos zal worden, heeft hij nog geen afspraak gemaakt. En hij is niet alleen: ik ken mensen die, om kosten te sparen, hun eigen tand getrokken hebben. Ik ben ook bang dat mijn partner en ik uit angst voor de facturen niet snel genoeg naar het ziekenhuis zullen gaan als we ernstig ziek worden. En dat het daardoor alleen maar erger zal worden.”
Kloppen jullie aan bij de voedselbank?
Van Houdenhove: “Ja, maar dat is niet leuk. Je voelt je een bedelaar, maar ik was héél blij toen ze die doos kwamen brengen.”
Hoe was het de afgelopen weken thuis?
Van Houdenhove: “We maken er samen het beste van. Maar omdat ik zo bang was om ziek te worden en binnenbleef, woog het isolement wel. Veel mensen zoals wij kunnen zich geen duur gsm-abonnement veroorloven. Als je arm bent, kun je elke maand twee uur gratis bellen, maar dat is weinig als dat je enige contact met de buitenwereld is. Niet iedereen heeft internet of een computer. Mijn kleindochter zit in het kunstonderwijs en volgde de voorbije weken les op een oude laptop. Ze moest wel een programma aankopen: weer extra kosten. Tot overmaat van ramp draait dat programma niet op zo’n oude laptop. Zo worden de kansen van een kind al vroeg gehypothekeerd.
“Het leven is soms keihard. Maar weet je waar ik nog het meest bang voor ben? Dat ik zou sterven. We kunnen ons geen uitvaartverzekering permitteren, en ik vrees dat ze dan bij mijn dochter zullen aankloppen om de uitvaart te betalen. Zij is werkloos door de coronacrisis en heeft geen financiële marge. Ik zou niet gerust kunnen sterven als ik zou weten dat dat op haar afkomt. Ik ben nu aan het overwegen om toch een uitvaartverzekering af te sluiten, want de dood komt wel erg dichtbij. Je leest in de krant wel over de sterftecijfers, maar het gaat toch telkens om mensen van vlees en bloed.”
Op zoek naar meer info over armoede? Surf naar www.netwerktegenarmoede.be
© Humo