Eén liefde, twee huizen: deze koppels wonen bewust niet samen
by Lynn GuillaumeExclusief voor abonnees
Steeds meer koppels kiezen ervoor om niet samen te wonen. Sommige doen het voor de kinderen, anderen voor zichzelf. Voor deze drie koppels is het in elk geval de beste beslissing ooit.
Evelyn (47) en Stefan (55): “Dat hij en ik apart wonen, geeft de kinderen rust en stabiliteit”
Stefan: “Tien jaar geleden had ik nooit gedacht dat ik in een latrelatie zou stappen. Ik had er een verkeerd beeld van, alsof het niet romantisch is en je veel mist. Evelyn en ik wonen apart, maar ons engagement is even sterk als in een andere relatie. Dat hebben we duidelijk uitgesproken, al bij onze eerste ontmoeting, drie zomers geleden.”
Evelyn: “Ik zat midden in een scheiding en was niet op zoek naar een relatie, maar door Stefan te leren kennen groeide de behoefte. Er waren natuurlijk factoren om rekening mee te houden. Mijn kinderen zijn 10, 13 en 18. De afgelopen jaren hebben ze behoorlijk wat meegemaakt. Een nieuw samengesteld gezin lijkt me een zware uitdaging. Door apart te wonen willen we die druk uit de relatie houden. Onze focus ligt op rust en stabiliteit, zonder onszelf weg te cijferen. De kinderen voelen dat we rekening met hen houden en dat het niet alleen om ons draait.”
Stefan: “De kinderen hebben me geen seconde afgeschrikt. Zodra je echt tot het gezin behoort, besef je wel dat het nieuw is. Je moet leren omgaan met hun reacties. Dat is een leerproces.”
Evelyn: “Dat mag wat tijd krijgen. Iets te hard willen, werkt soms averechts. Onze rustige aanpak zorgt er volgens mij mee voor dat het zo goed loopt. Stefan ondersteunt me in mijn ouderschap en is er voor de kinderen, op emotioneel vlak, maar evengoed als ze weer eens hun sleutel vergeten. De ouderlijke taken en het praktische geregel deel ik met hun papa.”
Stefan: “Niet in hetzelfde huis wonen doet geen afbreuk aan de hechtheid van een relatie. Onze eigen ruimte geeft rust en houdt het fris. Elke avond houden we een slaapwelchat en we brengen ongeveer de helft van de tijd samen door, al hebben we geen vaste afspraken. Sinds ik van Brussel naar Antwerpen verhuisd ben, staan we in een kwartier bij elkaar.”
Evelyn: “De ruimte en het vertrouwen dat je elkaar geeft is een heel mooi geschenk. In een samenwoonrelatie deel je veel praktische zaken, maar is de emotionele beschikbaarheid er daarom niet per se. Er zijn voor mekaar, in goede en kwade dagen, is belangrijker dan elkaars fysieke aanwezigheid. We ervaren soms wel maatschappelijke druk. Het klassieke beeld van een man en vrouw onder één dak leeft nog sterk, terwijl het volgens mij niet altijd de beste samenlevingsvorm is.”
Stefan: “Al hebben we diep vanbinnen ook dat klassieke verlangen: ooit willen we graag samenwonen. Het lijkt ons gezonder en makkelijker als we ouder zijn, maar we kleven er geen timing op.”
Evelyn: “Ook op financieel vlak is een latrelatie natuurlijk waanzin. We vertrouwen erop dat het moment zich wel zal aandienen. Naast de kinderen spelen ook onze dieren mee. Stefans kat is een bejaard dametje. Met mijn twee katten zou dat moeilijk matchen. We lachen weleens dat we niet kunnen samenwonen vanwege de poezen.”
Patrick (52) en Steven (54): “Zijn job is in Frankrijk en ik wil niet verhuizen”
Steven: “Onze relatie is begonnen als een zomerliefde, op een strand in Zuid-Frankrijk. Ik herinner me nog hoe zijn felblauwe ogen plots onder mijn parasol opdoken tijdens een regenbui. Patrick zocht een schuilplek. Diezelfde avond is hij bij me komen eten. Toen hij een paar dagen later weer naar Straatsburg vertrok, bleef hij in mijn hoofd rondspoken. Enkele weken later is hij me in België komen opzoeken.”
Patrick: “Bij vakantieliefdes is het vaak moeilijk om daarna samen iets op te bouwen. Dat bezoekje was de eerste stap. Langzaam en voorzichtig zijn we naar elkaar toe gegroeid.”
Steven: “Intussen zijn we negen jaar verder. Patrick is mijn rots. We hebben ooit wel aan samenwonen gedacht, maar hij kan zijn job niet achterlaten en ik wil niet naar Straatsburg verhuizen. Voor ons is dit de meest ideale
oplossing. We hebben ieder onze eigen plek en delen onze baby: een lieve poes, Paddington, die deels in Knokke, dan weer in Straatsburg woont.”
Patrick: “Ik probeer een lang weekend per maand naar Knokke te gaan. In onze beginjaren zagen we elkaar vaker, maar het werk vormt een struikelblok. Mijn job komt op de eerste plaats, de rest op de tweede. Of dat de juiste ingesteldheid is, laat ik in het midden, maar het is de realiteit. We horen elkaar wel elke dag. Stipt om 20u videobellen we. De ene dag hangen we lang aan de telefoon, de andere dag hebben we minder te vertellen. Een beetje zoals een koppel dat elkaar elke dag ziet. Dat we elkaar niet alleen horen of schrijven, maar ook zien, helpt om onze relatie sterk te houden. Negen jaar geleden bestond WhatsApp niet. Een relatie opbouwen zonder oogcontact was niet altijd evident.”
Steven: “Natuurlijk missen we elkaar. Maar onze psychische band is ijzersterk. Liefde heeft niet zozeer met het fysieke te maken, wel met tederheid en er zijn voor mekaar. Hoe dat gaat met seks en intimiteit? Wij hebben er een leuze voor: don’t ask, don’t tell. Loopt prima! Ik voel me bevoorrecht dat Patrick van me houdt en ik hem mijn liefde mag geven. Maar we zijn elkaars bezit niet.”
Patrick: “Onze relatie is gebaseerd op respect en vertrouwen. Die sterke connectie tussen ons overstijgt alles. We zijn allebei gesteld op zelfstandigheid en laten elkaar toe om een eigen leven te leiden, zonder beperkingen. Steven reist niet graag. Ik hou van Knokke, maar er is meer dan het Albertstrand. We reizen apart, dat moet kunnen. Maar onze tijd samen is heilig. Dan is er geen werk en draait het alleen om ons.”
Steven: “Als we elkaar zien, is het feest. Pure chemie. We hebben geen tijd om ruzie te maken. Mijn familie is gek op Patrick en we hebben hier samen een grote vriendenkring. Ook zij maken altijd graag tijd voor hem.”
Patrick: “Maar na die bezoekjes trekken we ons samen terug in onze cocon. Tijd voor ons tweetjes is ontzettend
belangrijk als je elkaar weinig ziet.”
Steven: “Diep vanbinnen droom ik ervan om ooit te gaan samenwonen en meer tijd voor elkaar te hebben. Later misschien, als we oud zijn. Maar dat is nog veraf. (lacht)”
Elles (44) en Wilko (44): “We hebben samengewoond, maar we werden er niet vrolijk van”
Wilko: “Klikt het niet met elkaars kinderen, dan houdt het op. Daar dachten we beiden hetzelfde over toen we elkaar leerden kennen. Gelukkig liep dat meteen goed. Na zes maanden al zijn we gaan samenwonen.”
Elles: “Na een tijdje kwamen er barsten in ons geluk. Het huishouden, drie kinderen, een drukke baan … De lat lag hoog en ik werd er niet vrolijk van. Dat we na een brand moesten verhuizen, was de druppel.”
Wilko: “Na vier jaar zetten we er een punt achter. De kinderen vonden het vreselijk, maar voor hen kan je natuurlijk niet samenblijven.”
Elles: “Al hebben we elkaar nooit echt losgelaten. Heel voorzichtig groeiden we opnieuw naar elkaar toe. Een jaar later waren we weer helemaal verliefd, net als in het prille begin. Maar één ding wist ik zeker: ik wilde niet meer samenwonen.”
Wilko: “We hebben allebei onze eigen ruimte en tijd nodig. Mijn kinderen wonen de helft van de tijd bij mij. Op die dagen slaap ik thuis. Dat we niet altijd samen zijn, komt onze relatie ten goede. Af en toe hadden we zelfs een kinderloos weekend, met alle tijd voor elkaar. Dat kenden we niet toen we samenwoonden.”
Elles: “En toen bleek ik zwanger. Dat had ik op mijn 43ste niet zien aankomen. Een schok, maar desondanks was een kind heel welkom. Het veranderde niets aan de beslissing om apart te wonen. Intussen is Benz één jaar oud. Op zaterdag logeert hij bij Wilko en zijn broer en zus. De andere dagen is hij bij mij.”
Wilko: “Als je wat ouder bent, beleef je een kind krijgen helemaal anders. Je geniet meer. Dit samen met Elles mogen meemaken, vind ik heel bijzonder. Natuurlijk vind ik het jammer als Benz weer iets nieuws kan en ik er niet bij ben, maar we wonen vijf straten van elkaar. Als we willen, kunnen we elkaar zien. We bellen of appen dagelijks en eten geregeld met het hele gezin samen. Voor ons werkt dit perfect. Als je samenwoont, verlies je sneller de waardering voor elkaar en zie je niet meer hoe bijzonder de ander is. Althans, zo was het voor ons.”
Elles: “Elkaar af en toe moeten missen, houdt onze relatie sterk. Ik geniet ook van de tijd met mijn kinderen. Wij zijn gelukkig en de kinderen ook. Voor ons werkt dit veel beter dan samenwonen, maar ik begrijp dat anderen het soms raar vinden.”
Latrelaties hebben net dezelfde slaagkans
Relatietherapeute Rika Ponnet: “Latrelaties zitten in de lift. Het aantal relatiebreuken speelt een grote rol. Vaak gaat het om koppels met kinderen. In een nieuwe relatie kiezen ze voor een latrelatie, voor de kinderen of om praktische redenen. Een kleinere groep woont bewust apart. “Oudere mensen hechten aan het leven dat ze opgebouwd hebben en voelen er weinig voor om samen te wonen. Bij jonge koppels gaat het om mensen die geen kinderen willen of voor hun job veel reizen. Toch houdt meer dan 80 procent van de jongeren vast aan het romantische ideaal om met een partner een gezin uit te bouwen.”
Extra werk
Latrelaties groeien vaak uit tot een samenwonende relatie. Ponnet: “Zodra het kan, gaan mensen samenleven. Je mag het gedoe van twee huizen niet onderschatten. Je leeft voortdurend met een koffertje in de wagen én het is een dure zaak. Het idee dat een latrelatie het beste van twee werelden is, klopt niet. Zaken die bij samenwonende koppels tussendoor ter sprake komen, moeten in een latrelatie bewuster op tafel gebracht worden. Apart wonen leidt soms tot wantrouwen. Het vergt tolerantie, autonomie en vertrouwen. Latrelaties hebben niet meer kans op slagen. Het is gewoon één van de vele relatievormen van vandaag.”