‘Ik denk dat de Spaanse wielercultuur een beetje onbekend is in Nederland’

https://scontent-lht6-1.cdninstagram.com/v/t51.2885-15/e35/s1080x1080/81578474_523525181704746_4410490155168117863_n.jpg?_nc_ht=scontent-lht6-1.cdninstagram.com&_nc_cat=106&_nc_ohc=fRhf1QiuSI8AX-k4AOf&oh=4e8d9c6989b6c20e79257338bb94a578&oe=5EB97547
Edwin Winkels oog in oog met het eerste exemplaar van zijn boek De weg naar Covadonga. Afgelopen jaar maakt hij een reis op zoek naar memorabele plaatsen die de rijke historie van wielrennen in Spanje blootleggen. Check de link in onze bio om een gesigneerd en genummerd exemplaar te reserveren. 20 januari beschikbaar.

Met De weg naar Covadonga schreef Edwin Winkels een prachtig boek over het Spaanse wielrennen. Wij genoten er ontzettend van, waren erg onder de indruk en beloonden het werk met een dikke 4,5 uit 5. Reden genoeg dus om de schrijver/sportjournalist eens op te bellen.

Recensie: Meesterverteller Winkels neemt je op prachtige wijze mee op wielerbedevaart

Dag Edwin, wat was precies de aanleiding om dit boek te schrijven?
Het kwam een beetje vanuit de uitgeverij, De Muur. Zij brachten in 2016 Pellegrina uit en dat heeft als ondertitel 'Een Italiaanse wielerbedevaart'. Spanje is natuurlijk ook een mooi land om over wielrennen te schrijven en toen kwam het idee om zoiets ook over Spanje te maken. Omdat we elkaar kennen werd ik gebeld met de vraag of ik daar tijd voor had en toevallig was ik toen net bezig met een ander boek, La Vuelta. Daar had ik al heel veel verhalen voor opgedoken en ik kon dus een beetje op hetzelfde thema doorgaan - wel heel anders uitgewerkt natuurlijk. Zo is eigenlijk het idee geboren om naast een Italiaanse, ook een Spaanse wielerbedevaart te doen.

Het merendeel van de verhalen speelt zich af in het noorden van Spanje, specifiek vooral in Baskenland. Nou heb ik natuurlijk in het boek gelezen hoe dit komt, maar zou je voor iedereen die het boek nog niet heeft gelezen eens kunnen uitleggen hoe dit precies zit?
Het is in Spanje toch de regio met de meeste wielercultuur. Misschien herinneren mensen zich nog wel de toeschouwers die in het oranje stonden als Euskaltel (voormalig Spaans-Baskische wielerploeg, red.) in de Tour de France reed. Dan trokken de Basken massaal de Pyreneeën in om voor hun renners te juichen. Op dit moment komt ook tweederde van het Spaanse profpeloton uit Baskenland, denk ik, en dat is eigenlijk altijd zo geweest. Daar liggen dan dus ook meer verhalen.

Hoe dat komt? Een eeuw geleden, na de Eerste Wereldoorlog, lag de wapenindustrie op z'n gat. In het hart van Baskenland ligt Eibar en daar waren heel veel wapenfabrieken. Die gingen failliet, of ze moesten wat anders zoeken. Toen kozen er een paar voor om in plaats van wapens fietsen gaan te fabriceren. Dat was een transportmiddel wat toen enorm in opkomst was en bekende merken als Orbea en BH, wat dus eerst wapenfabrieken waren, werden omgevormd tot fietsfabrieken. Om hun fietsmerk te promoten, begonnen zij vervolgens wielerkoersen te organiseren. Zo is dus een beetje het zaadje geplant en heeft dat ervoor gezorgd dat Baskenland vooroploopt wat betreft de Spaanse wielercultuur.

Wat maakt die Spaanse wielercultuur nou anders dan de Franse of Italiaanse?
Als je naar de rondes kijkt, staat de Tour de France natuurlijk boven alles. Als die langskomt in Franse plaatsjes, stromen de dorpen en wegen helemaal vol met mensen die de hele dag zitten te wachten. In Spanje lijkt het grootste deel van de bevolking er juist niet zo veel mee bezig te zijn. Wielrennen wordt echt volledig ondergesneeuwd door het voetbal.

Verder heeft het wielrennen hier, net als in Italië en Vlaanderen, een religieus karakter vanwege het katholieke geloof. Daarnaast is het ook nog eens erg lokaal, waarbij het ook wel een beetje op Italië lijkt. Wielrenners worden in hun eigen stad of dorpje enorm geëerd en zullen daar de held blijven. Heel opvallend is dat weinig renners uit de grote stad komen. Ze komen allemaal uit redelijk kleine plaatsjes, misschien ook wel omdat het daar makkelijker fietsen is dan in de grote steden.

Al met al lijkt het hier toch wat ingetogener dan in Italië, maar ik denk dat dat vooral komt doordat het Spaanse wielrennen toch minder bekend is in Nederland. Wij kijken op de eerste plaats toch vooral naar de Tour de France en daarna naar de Giro. Op het strand, de zee en de zon na waren we vroeger ook niet zo geïnteresseerd in Spanje en dus ook niet in het wielrennen, al hadden ze natuurlijk wel goed renners. Ik denk dus vooral dat de Spaanse wielercultuur vooral een beetje onbekend is in Nederland.

Je zei net al dat die Spaanse wielrenners vooral uit kleine dorpjes komen, waar ze flink worden geëerd. Kende je alle kleine plaatsjes al waar je voor dit boek bent geweest of kwam je nog voor verrassingen te staan?
Ik woon nu 32 jaar hier, heb voor mijn werk heel veel door Spanje gereisd en alle uithoeken wel gezien, maar ik heb zelfs weer nieuwe plekken ontdekt, absoluut. Op sommige bergen was ik natuurlijk voor het wielrennen al geweest, zoals de Angliru en Lagos de Covadonga, maar zeker de kleinere plaatsjes in Baskenland en ook in Asturië waren nieuw.

Het zijn ook plaatsjes van niks. Je komt aan de ene kant binnen en binnen tien minuten ben je aan de andere kant weer naar buiten gelopen. Heel landelijk allemaal en heel bijzonder om te ontdekken. Ik kende het landschap al wel, dus wat dat betreft heeft het me niet verrast, maar ik heb wel weer nieuwe gekke dorpjes ontdekt.

Welk verhaal maakte nou het meeste indruk of is je het meest bijgebleven?
Ik heb zelf toch wel een beetje een persoonlijke band met de tweelingbroers Otxoa (Ricardo en Javier Otxoa werden op 15 februari 2001 tijdens een training in de buurt van Málaga aangereden door een auto. Ricardo overleed ter plekke en Javier raakte in coma, red.). Javier, die het ongeluk overleefde, heb ik vijf jaar later opgezocht en ben een dag bij hem en zijn ouders geweest. Hij was zwaar gehandicapt, ook geestelijk. Dat is me altijd bijgebleven en ik vond het toch wel triest toen hij in 2018 ineens overleed.

En om dan nu bij het graf van zijn broer te staan... Javier ligt er helaas niet. Toen ze dat ongeluk kregen zouden ze samen begraven worden en nu is Javier gecremeerd en Ricardo ligt daar (op de begraafplaats in Barakaldo, red.). Dat vond ik toch een beetje choquerend. 'He shit, nou liggen ze hier niet bij elkaar', zo'n gedachte. Ik had daar toch wel een beetje op gehoopt. Dood is dood natuurlijk en zij hebben er niks aan, maar gewoon het idee. Persoonlijk blijft dat, hoe triest ook, wel een favoriet verhaal.

Zijn er ook verhalen die het boek uiteindelijk niet hebben gehaald?
Ongetwijfeld. Om te beginnen ben ik bijvoorbeeld niet zuidelijker dan Toledo geweest. Nou liggen er in Zuid-Spanje minder verhalen, maar als je daar gaat zoeken dan kom je natuurlijk ook weer allemaal nieuwe mooie dingen tegen. Maar ik wilde echt reizen, zelf de foto's maken en op alle plaatsen geweest zijn en dus niet vanachter een bureau iets over het zuiden van Spanje beschrijven.

Duidelijk. Laatste vraag, los van het boek. Even een kleine vooruitblik op het aankomende wielerseizoen. Wat verwacht je van de Nederlandse renners dit jaar in de grote rondes en hoe schat je de kansen in?
Ik ga toevallig volgende week voor het Algemeen Dagblad naar de Ronde van Valencia, waar Tom Dumoulin voor het eerst gaat rijden. Maar ja, het is nog heel erg het begin van het seizoen natuurlijk. Je weet het nog niet, iedereen wordt ook sterker. Ik vind het sowieso wel bijzonder, want een jaar of zes geleden hadden we het hier niet eens over gehad. Toen wisten we dat de Nederlandse renners niets zouden doen en die slechte periode is heel lang zo geweest. Dus het is mooi dat wij nu al in februari naar de Ronde van Valencia gaan om te kijken hoe het met Dumoulin gaat.

We hebben nu grote renners waarvan enkelen het heel ver kunnen schoppen en het is gelukkig allemaal wat gelijkwaardiger dan vroeger, maar ik vind het altijd vreselijk moeilijk om te voorspellen. We weten dat Dumoulin terugkomt natuurlijk, we weten hoe sterk Kruijswijk is, maar ja, je weet ook hoe ongelooflijk goed die Bernal is. Dus laten we het maar beetje bij beetje bekijken, beginnend met de Giro. Eens kijken of dat leuk wordt en daarna zien we het wel.

Door: Timme Wolgen