„Betuwse verzetsman vermoordde NSB’er niet”
by Jan KasDe Betuwse verzetsman Johannes van Zanten kan niet degene zijn geweest die in september 1944 een rijke NSB’er in Lienden doodschoot. Nieuw onderzoek zuivert hem van alle blaam. Op het moment van de liquidatie overlegde hij in IJzendoorn over de overtocht van geallieerde parachutisten naar bevrijd gebied.
Met een ansichtkaart van villa Vredelust in haar woonplaats Lienden begon het voor kinderboekenschrijfster en publiciste Conny van der Heyden-Versnel. „Ik wilde meer van de geschiedenis van het pand weten en las toen dat eigenaar Leccius De Ridder was doodgeschoten door de knokploeg van Van Zanten. Interessant om me daar verder in te verdiepen, dacht ik.”
Over haar bevindingen schreef Van der Heyden het boek ”Ten onrechte beschuldigd – In de schaduw van Market Garden”. Aansluitend daarbij is in Streekmuseum Baron van Brakell in Ommeren de expositie ”De gezichten achter de Knokploeg van Van Zanten” te zien met beeldmateriaal en voorwerpen. Ook de hevige strijd in Opheusden en omgeving na het mislukken van de Slag om Arnhem in september 1944 wordt belicht.
Zegeltjeskraak
Van Zanten (1911-1944) leidde in de Tweede Wereldoorlog onder de naam Van Buren de afdeling Betuwe van de Landelijke Knokploegen (KP). Hij was betrokken bij overvallen op distributiekantoren, bevolkingsregisters en gevangenissen. Van Zanten was werkzaam als uitvoerder bij de Nederlandse Heidemaatschappij voor werkverschaffingsprojecten in de Betuwe en woonde met zijn vrouw en vijf kinderen in Kesteren.
Onder Van Zantens leiding werden in januari 1944 bij een overval op de kluis van de afdeling bevolking van de gemeente Tilburg 105.000 nieuw ingevoerde plakzegels en 700 blanco persoonsbewijzen buitgemaakt. De ondergrondse kon daarmee dreigende problemen voor de voedselvoorziening van onderduikers en verzetsmensen voor langere tijd afwenden. Volgens historicus Lou de Jong was deze ‘Tilburgse zegeltjeskraak’ een van de belangrijkste acties van het Nederlandse verzet.
Na de Slag om Arnhem bracht Van Zanten met zijn verzetsgroep vijftien geallieerde parachutisten over de Waal terug naar reeds bevrijd zuidelijk Nederland, na een kilometerslange tocht door vijandelijk gebied. „Een ware militaire operatie”, aldus Van der Heyden. De Sicherheitsdienst arresteerde Van Zanten in november 1944 tijdens een overleg van KP-leiders in Utrecht. Op 2 december 1944 werd hij zonder enige vorm van proces gefusilleerd, slechts 33 jaar oud.
Het verzetswerk van Van Zanten is van nog grotere betekenis geweest dan al bekend was, meent Van der Heyden. „Ook buiten de regio was hij actief, niet alleen in Tilburg, maar ook in Venlo bij een overval op het bevolkingsregister. Dan is het triest dat hij door de smet van de moord op Leccius De Ridder nooit de waardering heeft gekregen die hij voor zijn heldenmoed verdiende. Van Zanten had de naam dat hij roekeloos was. De zegeltjeskraak zou een toevalstreffer zijn geweest. Maar die indruk is niet terecht. Van Zanten bereidde juist al zijn acties tot in de details voor.”
Ambulance
De liquidatie van de 77-jarige NSB’er Cornelis Dirk Leccius De Ridder, een vermogende steenfabrikant die geld had geschonken voor een ambulance voor Duitse soldaten aan het oostfront, is volgens Van der Heyden een uit de hand gelopen arrestatie. „De KP wilde hem oppakken om hem de volgende nacht gelijk met het overzetten van de parachutisten te kunnen overleveren aan de geallieerden. Maar Leccius De Ridder verzette zich volgens een politieverslag al schietend toen KP’ers, die als Duitse officieren verkleed waren, bij hem aanklopten. Hij werd daarbij gedood.”
Al snel ging het gerucht dat Van Zanten de dader was. Ooggetuigen zouden hem hebben herkend. In dagboekaantekeningen en verslagen van KP-leden en de Engelse sergeant Albert Edward Spring vond Van der Heyden echter aanwijzingen dat de KP-leider die avond met onder anderen Spring en een tolk in huize Weltevreden in IJzendoorn aanwezig was. Hij woonde daar een overleg bij over de aanstaande overtocht over de Waal.
Conflict
Wie Leccius De Ridder dan wel heeft gedood, kan de onderzoekster niet met zekerheid zeggen. Naar alle waarschijnlijkheid waren Jean Adriën Houtkoper, na de oorlog burgemeester van Echteld, en Jean Guépin, huisarts in Ommeren, erbij betrokken. Op de achtergrond speelde ook een slepend conflict tussen Leccius De Ridder en de vader van Houtkoper, Hermanus Houtkoper, die ook burgemeester van Echteld is geweest.
De betrokkenen bij de liquidatie hebben na de oorlog nooit de ware toedracht bekendgemaakt. „Daardoor is de naam van Van Zanten niet gezuiverd”, zegt Van der Heyden. „Ze wisten precies wat er gebeurd was, maar hebben altijd hun mond gehouden. Dat lijkt vreemd, want ze waren toch kameraden van Van Zanten? Ik denk echter dat ze wilden vergeten wat er was voorgevallen en de oorlog achter zich wilden laten.”