Na penitentiair verlof voor André Gyselbrecht: hoe wordt dat toegekend? Gevangeniswezen legt uit
by HAAAndré Gyselbrecht - vorig jaar veroordeeld tot 21 jaar cel als opdrachtgever van de moord op Stijn Saelens in 2012 - mag dit weekend met penitentiair verlof. Nadat eerder werd bericht dat justitieminister Koen Geens hiervoor het licht op groen had gezet, wil het Gevangeniswezen duidelijkheid scheppen over hoe penitentiair verlof juist wordt toegekend.
Het Gevangeniswezen kan niet ingaan op individuele dossiers, maar wil de wettelijke procedures over het toekennen van penitentiair verlof wel duiden. "Het bekomen van een penitentiair verlof is volgens de wet een recht", klinkt het in een persbericht. De toekenning van penitentiair verlof is een van de taken van het Gevangeniswezen. Dat heeft ook het verlof van Gyselbrecht toegekend, onderstreept woordvoerster Kathleen Van De Vijver in een reactie aan HLN.
Het Gevangeniswezen - deel van de FOD Justitie - wijst erop dat een veroordeelde volgens de wet 1 jaar voor de tijdsvoorwaarde voor een voorwaardelijke invrijheidstelling penitentiair verlof kan ondergaan. "Dit betekent maximum 3 keer 36 uren per semester doorbrengen buiten de gevangenis", klinkt het. In het geval van Gyselbrecht is het dus verlof gewettigd, aangezien de eerste datum voor een voorwaardelijke invrijheidsstelling tijdens zijn proces werd vastgelegd op 14 januari 2021.
Het bekomen van penitentiair verlof is een recht volgens de wet, vervolgt het Gevangeniswezen. Dat betekent dat wanneer iemand voldoet aan de wettelijke voorwaarden (uitbouw van reclassering, geen tegenaanwijzingen van nieuwe feiten, vluchten en het verontrusten van slachtoffers), het verlof na grondig psychosociaal onderzoek dient te worden toegekend. Bij de toekenning van penitentiair verlof wordt het parket geïnformeerd, en de diensten die slachtoffers begeleiden geconsulteerd.
De periodieke uitgaansvergunningen van enkele uren tijdens de dag, worden enkel toegekend voor heel specifieke redenen, klinkt het nog. Die kaderen in de voorbereiding van de maatschappelijke re-integratie. Bijvoorbeeld voor het opstarten van gespecialiseerde psychologische begeleiding en therapie buiten de gevangenismuren. "De maatschappij en de slachtoffers zijn erbij gebaat dat veroordeelden die vrij komen op tijd goed begeleid worden", onderstreept het Gevangeniswezen.
Het wijst er nog op dat een veroordeelde na een derde van zijn straf in aanmerking komt voor een voorwaardelijke invrijheidsstelling. Tegen dan kan de veroordeelde een verzoek indienen bij de strafuitvoeringsrechtbank (SURB). Die bekijkt of er een grondig reclasseringsplan is en of er geen tegenaanwijzingen zijn zoals gevaar op recidive, vluchtgevaar en het gevaar dat de slachtoffers zouden worden lastiggevallen.
"Een voorwaardelijke invrijheidstelling betekent dat de veroordeelde buiten de gevangenis mag verblijven, mits het respecteren van voorwaarden tijdens een proeftermijn", aldus nog het Gevangeniswezen.