https://www.rd.nl/image/contentid/policy:1.1628388:1580467941/2020-01-24-katVR10-anders-5-FC-V-web.jpg?f=16x9&%24p%24f=cf0f60e
Juist autisten en ADHD’ers blinken vaak op een of meerdere gebieden uit. Dat sneeuwt vaak onder als een kind niet te handhaven is, zeker in een maatschappij die meer nadruk legt op iemands gebreken dan op zijn kwaliteiten. beeld Getty Images

Anders zijn biedt ook kansen

by

Het besef dat jij of je kind aan autisme, ADHD of dyslexie lijdt, is op zijn zachtst gezegd even schrikken. School en werk lijken in één klap onbereikbaar. Volkomen onterecht, menen onderzoekers en ervaringsdeskundigen. Anders zijn biedt volop kansen.

Boekenkasten vol zijn er al geschreven over autisme, ADHD, dyslexie, hoogbegaafdheid en hooggevoeligheid. Over het algemeen niet bepaald lectuur waarin humor en enthousiasme van de bladzijden afspatten. Problemen worden breed uitgemeten, ondersteund met dramatische verhalen en op zijn best wat tips om de dag door te komen.

In die zin is het lezen van ”Wat als je kind ‘anders’ is”, ”Dyslexie als kans” en ”Durf te gaan!” een verademing. Dat wil niet zeggen dat de auteurs de moeilijkheden onder het vloerkleed vegen. De kracht van deze boeken is dat ze doorgaan waar andere boeken stoppen. Met de intentie moed te putten uit zaken die goed gaan en niet te blijven hangen in het eindeloos proberen te verbeteren van beperkingen die toch nooit over zullen gaan.

Neem Asher, de inmiddels 15-jarige zoon van auteur Deborah Reber, een slim jongetje met de diagnose autisme en ADHD. De lezer leert hem kennen als een schreeuwend en schoppend kereltje dat uiteindelijk thuisonderwijs krijgt omdat geen enkele school hem meer wil hebben, maar daar stopt het verhaal niet. Als kleuter maakt hij aan de lopende band –en op de meest ongelegen momenten– de prachtigste origamikunstwerken. Niet veel later laat hij het vouwen voor gezien en stort zich op programmeren. Het zal niet verbazen dat hij beter kan omgaan met zijn computer dan met zijn jeugdige medeprogrammeurs.

Wat ook niet lukt, is fietsen en veters strikken. Net als elke andere ouder trekt Reber zich het commentaar dat ze daarop krijgt uit haar omgeving erg aan. Fout, leerde ze. Vervolgens greep ze dat aan om die les over te brengen op andere ouders die in hetzelfde schuitje zitten. In haar boek somt ze achttien punten op die ouders helpen stapje voor stapje veranderingen aan te brengen in denken, handelen en opvoeden. Tilts heten ze in het boek, net als op haar –Engelstalige– website.

Stress

Strijd niet langer tegen wie je kind is, houdt Reber haar lezers voor. Accepteer dat hij tien minuten nodig heeft om schoenen en jas aan te trekken en de deur uit te gaan. Dat scheelt een hoop stress en daar is iedereen mee gebaat. Het kost ook tijd, erkent ze. Tijd die de samenleving een kind meestal niet gunt. Lezen leer je immers in groep drie en fietsen al ver daarvoor.

Misschien wel het meest last heeft Reber van mensen in haar omgeving die ADHD en autisme afdoen als modeziekten en haar kind vooral lastig vinden. Dat komt volgens haar door de vele onwaarheden die er de ronde over doen. Als tegenwicht noemt ze gedreven de talenten van haar ‘stuiterbal’ op. Zodra Asher uit bed komt, toont hij een eindeloze stroom ideeën, energie, creativiteit en passie.

Reber richt zich in haar boek op kinderen die gemiddeld of bovengemiddeld intelligent zijn. Niet vreemd, want juist autisten en ADHD’ers blinken vaak op een of meerdere gebieden uit. Dat sneeuwt vaak onder als een kind niet te handhaven is, zeker in een maatschappij die meer nadruk legt op iemands gebreken dan op zijn kwaliteiten.

Reber geeft haar lezer veel mee. Neem het inzicht dat het in de opvoeding van Asher ten diepste ging om haar denkbeeld hoe haar leven als moeder eruit zou moeten zien. Toen ze zichzelf met vallen en opstaan op de tweede plaats leerde zetten, lukte het ook om elke dag als een geschenk te leren zien. Bekende klanken voor een christen, maar wie dit boek leest, ziet algauw dat Reber hierin alles van haarzelf, haar kind en –zoals ze het zelf noemt– het universum verwacht.

Glimlach

De auteurs van ”Dyslexie als kans” laten zo mogelijk nog meer dan Reber een positieve kijk zien. Wie ook maar een beetje weet met wat voor lees- en schrijfproblemen deze aandoening gepaard kan gaan, kan een glimlach of misschien zelfs een vlaag van boosheid niet onderdrukken bij het lezen van dit boek.

Je zult maar elke avond met een blad vol leesrijtjes op de bank zitten naast een kind dat tot wanhoop toe letters omdraait, op zijn kop zet en spiegelt en dan worden geconfronteerd met het goede nieuws dat dit kind een kei is in het doorgronden van symmetrie. Het geeft er immers blijk van in zijn hoofd te kunnen draaien, keren en spiegelen. Grote kans dat er een architect, ontwerper of kunstenaar in deze stuntelaar schuilgaat, juichen de auteurs. Onder meer het levensverhaal van de dyslectische James Russell, uitvinder van de compact disc, laat zien dat deze stelling niet uit de lucht is gegrepen.

Vaardigheid

Goed nieuws, maar dan moet iemand natuurlijk wel eerst een beetje leren lezen en schrijven, want zonder die vaardigheid maak je in de huidige maatschappij weinig kans. De auteurs, Brock en Fernette Eide, laten zien dat ook op dit vlak een dyslect vaardigheden genoeg in huis heeft. Om ze te ontwikkelen, is alleen wat tijd nodig.

”Dyslexie als kans” is een feest om te lezen. Tenminste, voor personen die daar goed genoeg in zijn. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat het taalgebruik nou niet echt makkelijk is, wat voor de doelgroep wellicht een haast onneembare hobbel oplevert zich deze informatie eigen te maken.

Een zin als „tot zover hebben we tijdgerichte en episodische denkvaardigheid besproken alsof het hoofdzakelijk actieve processen zijn waarmee iemand op eigen initiatief construeert, zoekt, sorteert en stimuleert” is eerder regel dan uitzondering. Gelukkig laat een zin als „probeer je leraar er maar eens van te overtuigen dat uit het raam staren nou eenmaal is hoe je optimaal functioneert” zien dat het ook anders kan.

Minder bekend in het rijtje hersengerelateerde aandoeningen waar dit artikel mee begint, is hooggevoeligheid. Toch hoort dit probleem, waarbij mensen de wereld om zich heen heel intens beleven en prikkels keihard binnenkomen, er helemaal bij. Niet voor niets krijgen hooggevoelige mensen weleens ten onrechte de diagnose autisme opgeplakt.

Ook dit boek, van christenauteur Marion Lutke, heeft een positieve insteek. Dat blijkt al uit de ondertitel ”Leven met hooggevoeligheid als talent”. Veel zaken die in het boek aan bod komen, leveren ook bij niet hooggevoelige mensen herkenning op. Iedereen heeft immers gevoel, het verschil is de intensiteit. Elk mens heeft gedachten, maar er is een groot verschil tussen een stroom en een storm van gedachten. Veel mensen hebben moeite met ”nee” zeggen, maar een hooggevoelig persoon in sterke mate en de gevolgen als hij te veel hooi op de vork neemt, zijn groter.

”Durf te gaan!” heeft de opzet van een zelfhulpboek, compleet met tips, opdrachten en een test die het verschil tussen een rustzoeker en een spanningszoeker aan het licht brengt.

www.tiltparenting.com

Boekgegevens

Wat als je kind ‘anders’ is?, Deborah Reber; uitg. Spectrum; 304 blz.; € 22,99

Dyslexie als kans, Brock en Fernette Eide; uitg. Maven Publishing; 320 blz.; € 14,50

Durf te gaan!, Marion Lutke; uitg. Royal Jongbloed; 112 blz.; € 14,95