https://www.rd.nl/image/contentid/policy:1.1628365:1580467115/d-Pyongyang-4-FC-web.jpg?f=16x9&%24p%24f=bbda45f
De Noord-Koreaanse hoofdstad Pyongyang werd aan het begin van de 20e eeuw het Jeruzalem van het Verre Oosten genoemd. Foto: het hedendaagse Pyongyang. beeld AFP, Ed Jones

Is er een weg uit de geesteloosheid van de kerk?

by

De kerken in Nederland zijn vaak ingezonken. Is een weg daaruit te vinden?

Het moderne leven dringt zich al meer op aan kerken en beïnvloedt gemeenteleden. Het doorbrekende werk van Gods Geest is vaak afwezig. Zelfliefde en hoogmoed zijn hier debet aan. Het is nodig om persoonlijk en in onze gemeenten elkaar onze zonden te belijden.

Een duidelijk voorbeeld van hoe de Heere persoonlijke schuldbelijdenis beantwoordt, is de opwekking van Pyongyang. Dit is nu de hoofdstad van Noord-Korea, maar aan het begin van de 20e eeuw werd zij het Jeruzalem van het Verre Oosten genoemd.

De eerste zendelingen kwamen in Korea vanuit Noord-Amerika en Groot-Brittannië, in ongeveer 1880. Na aanvankelijke weerstand groeide de kerk in Korea zeer snel. Er was geen land waar het zendingswerk zo snel en krachtig zegen ondervond.

Toen Japan in de oorlog van 1905 Rusland versloeg, kreeg het de zeggenschap over Korea, met erkenning door de westerse mogendheden. Daardoor kwam er over de Koreaanse bevolking een geest van verkilling en zelfs haat, die zich richtte tegen de VS en Groot-Brittannië. De zendelingen kwamen juist uit deze landen. Door de verkilling begon het kerkelijke leven te tanen.

Predikanten en zendelingen voelden de noodzaak om samen te komen om te bidden. Bijzondere doordeweekse kerkdiensten werden belegd. De nadruk lag op ontdekkende prediking, met krachtig gebed om verbroken harten.

Tijdens een bijeenkomst op maandagavond 8 januari 1907 in de centrale presbyteriaanse kerk van Pyongyang wekte de predikant de mensen op om persoonlijk te bidden. Velen begonnen openlijk hun zonden te belijden en te roepen tot de Heere, opdat Hij hen zou redden. Ze beleden hun zonden van haat en verdachtmaking tegenover elkaar en de zendelingen. Ze beleden ook hun haat tegen de Japanners als zonde voor de Heere. Zij beleden dat zij hiermee Gods Geest bedroefd hadden.

De volgende avond waren de gebeurtenissen nog meer overweldigend. Mensen barstten in tranen uit en krompen ineen vanwege hun zonden. Zij riepen tot de Heere om genade. Ze beleden elkaar hun zonden en vroegen om vergeving. Een zendeling die ooggetuige was, beschrijft wat er toen gebeurde: „Het leek alsof het dak van het kerkgebouw omhooggetild werd en dat de Geest van God vanuit de hemel neerdaalde met een machtige lawine van kracht. Ik viel ook neer naast een Koreaanse predikant en weende en bad, zoals ik nooit eerder gebeden had. Iedereen vergat elkaar. Een ieder stond aangezicht tot aangezicht voor God. Ik hoor nog steeds het vreselijke geluid van honderden mensen die God smeekten om genade en om leven... Bleek en trillend vanwege emotie, omdat zij zichzelf zagen als een schuldig mens in het heldere licht van Gods oordeel, beleden zij elkaar hun zonden. Alle trotsheid werd uitgedreven. Een ieder walgde van zichzelf. Ze zagen op naar de hemel, naar Jezus, die zij verraden hadden, en sloegen zichzelf en riepen uit met bitterheid: „Heere, Heere, werp ons niet eeuwig weg!” Al het andere was niet belangrijk meer. Straf of zelfs de dood was onbelangrijk geworden, zolang God hun maar vergeving zou schenken.”

De uitkomst van deze bijeenkomsten was weergaloos. Gods Geest werkte krachtig door het hele Koreaanse schiereiland. Zwakke gemeenten werden versterkt. De kerk nam sterk toe en in 1910 waren er ongeveer 200.000 christenen in Korea.

Hoe nodig is het dat wij in gemeenten onze zonden ten opzichte van elkaar belijden. Ook wij behoren geen verdachtmakingen te koesteren en op te houden met óver elkaar te spreken in plaats van mét elkaar. Laten we heel persoonlijk beginnen in onze eigen binnenkamer en daarna in onze kerkenraden, in onze gemeenten. Het belangrijkste is toch dat Gods Geest krachtig zal werken. Alleen zo zal de kerk in Nederland toekomst hebben. Of zijn wij hier te hoogmoedig voor?

De auteur is predikant van de christelijke gereformeerde kerk in Middelharnis. Weerwoord gaat in op vragen over het christelijk geloof. >>rd.nl/weerwoord