Decembermoorden: de schaduw over Suriname
by ANPDe dood van veertien Surinamers en een Nederlander op 8 en 9 december 1982 in Suriname is het dieptepunt in de geschiedenis van Suriname. De marteling van en de moord op verklaarde critici van het toenmalige militaire regime van Dési Bouterse, kortweg de Decembermoorden, verstomden de Surinaamse samenleving en verlamden het land.
In de ochtend van 8 december 1982 werden in de hoofdstad Paramaribo mensen met grof geweld gearresteerd. De verdachten werden naar Fort Zeelandia gebracht, het voormalige Nederlandse fort dat diende als hoofdkwartier van de opperbevelhebber en couppleger Bouterse. Die verklaarde ’s avonds op televisie dat een staatsgreep was verijdeld.
Die nacht werden geregeld schoten gehoord en verspreidde zich het gerucht dat arrestanten „op de vlucht” waren doodgeschoten. Ooggetuigen meldden dat alle lichamen sporen vertoonden van zware mishandeling en kogelgaten hadden, vaak tientallen.
Bouterse regeerde het land verder, ondanks zware kritiek. Internationale organisaties, waaronder de Verenigde Naties, repten over martelingen en executies in Suriname, maar de internationale gemeenschap greep niet in.
Pas in 1987 werden democratische verkiezingen gehouden in Suriname, maar de militaire macht op de achtergrond verdween niet. In 1990 volgde de ‘telefooncoup’ waarbij de militairen (lees: Bouterse) de regering naar huis stuurden en Jules Wijdenbosch installeerden als stroman.
In 2000 won Ronald Venetiaan, die wilde afrekenen met de invloed van het leger, de presidentsverkiezingen. In november van dat jaar - Bouterse was toen al in Nederland veroordeeld wegens drugssmokkel - begon Suriname een gerechtelijk vooronderzoek in de zaak rond de moorden.
Bouterse heeft verscheidene malen gezegd „politiek verantwoordelijk” te zijn voor de moorden, maar niemand zelf te hebben vermoord. Er zijn echter verslagen dat Bouterse ten tijde van de moorden in het fort was en ook angstige arrestanten heeft toegesproken voordat er schoten weerklonken in het fort. Een van de andere verdachten heeft Bouterse aangewezen als de moordenaar van zes slachtoffers.
Bouterse bood in 2007 zijn excuses aan voor de Decembermoorden en bepleitte tegelijkertijd amnestie voor alle verdachten.
Datzelfde jaar begon de vervolging van de ruim twintig mensen die worden verdacht van betrokkenheid bij de Decembermoorden. Zes zijn inmiddels overleden. Het proces werd stilgelegd toen in 2012 - Bouterse was inmiddels president - een omstreden amnestiewet werd aangenomen, die de verdachten uitsloot van vervolging. Die wet wees de krijgsraad af en dat leidde weer tot een juridisch steekspel tussen de partijen over andere manieren om strafvervolging te bewerkstelligen dan wel te blokkeren.
Maar het kwam toch tot strafeisen, en vrijdag zelfs tot uitspraken.