Onderzoek: dood Sarah Papenheim valt hulpverleners niet te verwijten
Het Rotterdamse Meldpunt Verwarde Personen en het Wijkteam hebben zorgvuldig gehandeld bij de meldingen over Joël S., die vorig jaar zijn huisgenote Sarah Papenheim om het leven bracht in Rotterdam-Kralingen. Dat is de conclusie van een onderzoeksrapport van het gemeentelijk zorgconsulaat dat donderdag is verschenen.
De 21-jarige Amerikaanse psychologie-studente werd op 12 december 2018 in haar Kralingse studentenflat met 27 messteken om het leven in gebracht door S. Kort daarvoor had het slachtoffer meerdere meldingen gedaan bij hulpverleningsinstanties over het zorgelijke gedrag van haar huisgenoot.
Er volgde een huisbezoek door het wijkteam, maar de hulpverleners constateerden geen acute problemen bij S.. Enkele dagen later werd Sarah met veel geweld door haar huisgenoot om het leven gebracht.
'Niet te verwijten'
Volgens de zorgconsul zijn de meldingen op een zorgvuldige wijze opgepakt. Dat ondanks die inzet Sarah om het leven is gebracht, noemt de zorgconsul "ongelofelijk triest, maar valt het Meldpunt en de wijkteammedewerkers niet te verwijten."
Wel wordt geconcludeerd dat de nieuwe privacy-wetgeving en regelgeving het delen van informatie over verwarde personen "ernstig bemoeilijkt". Ook komen de meldingen, behalve bij het Meldpunt, ook bij andere instanties binnen en mag die informatie niet zomaar worden gedeeld.
"Privacy is een groot goed, maar schiet naar mening van de Zorgconsul haar doel voorbij als cliënten daardoor de kans lopen niet goed (genoeg) geholpen te worden en andere mensen daardoor ook gevaar (kunnen) lopen."
Schizofreen
Op 7 december 2018 kwam er een bericht binnen bij het Meldpunt Verwarde Personen. Die is afkomstig van een ex-vriendin van Joël S. Zij verwees ook naar zijn huisgenoot Sarah Papenheim die meer zou kunnen vertellen. Beiden uiten hun zorgen over Joel: hij was soms agressief en Sarah, die psychologie studeerde, dacht dat hij schizofreen was.
Het wijkteam, bestaande uit een maatschappelijk werkster en een GGZ-deskundige, gingen op 10 december op bezoek bij Joël, een muziekstudent op het conservatorium. Zij troffen een jongeman aan die er verzorgd uitzag, goed aanspreekbaar en ook verbaasd was: hij dacht dat er zorgen waren geuit omdat hij wat minder contrabas speelde.
De 23-jarige Joel S. maakte bepaald niet de indruk van een verwarde persoon, oordeelden ze. Diezelfde dag, 10 december, was er weer contact tussen Sarah en het wijkteam. Zij vertelde dat de situatie wel degelijk ernstig was en dat Joël gezegd had dat hij een seriemoordenaar was. Ook zou hij zichzelf iedere ochtend met een hamer op de rug slaan. Sarah wilde niet dat het wijkteam die informatie met haar huisgenoot deelde, omdat ze bang was dat hij boos zou worden.
Het wijkteam plande direct een tweede huisbezoek voor week later, maar twee dagen erna, op 12 december, sloegen bij S. de stoppen door en stak hij Sarah dood.
Tien jaar cel
Donderdag werd tegen tegen Joël S. tien jaar cel en tbs geeist. In de rechtbank verklaarde S. dat hij niet weet waarom hij Sarah van het leven heeft beroofd. Hij zei zich niets meer van de steekpartij te kunnen herinneren. Wel vertelde hij dat het al een paar maanden slecht met hem ging en dat hij hallucinaties had. Ook zou hij stemmen hebben gehoord en had hij zelfmoordplannen.
S. was niet in behandeling of anderszins bekend bij hulpverleningsinstanties. Ook zijn ouders waren niet op de hoogte van zijn psychische problemen. Volgens deskundigen blijkt S. een autistische en psychotische stoornis te hebben. Ze stellen dat S. op dag van de steekpartij verminderd of niet toerekeningsvatbaar was.
Moeder van Sarah
De moeder van Sarah Papenheim, die vanuit de VS naar Rotterdam was gekomen om de rechtszaak bij te wonen, gelooft niet dat S. zich niets meer kan herinneren, zei ze na afloop. Ook denkt zij dat de hulpverleningsinstanties de dood van haar dochter wel degelijk hadden kunnen voorkomen, als ze alerter waren geweest en de meldingen van Sarah serieus hadden genomen.
De moeder van Sarah verloor twee jaar geleden ook al haar zoon, door zelfdoding. Sarah was volgens haar moeder om die reden in Nederland psychologie gaan studeren. Ze zou haar huisgenoot juist hebben willen helpen met zijn psychische problemen en voerde lange gesprekken met hem.
[article: 189011:Vermoorde studente Sarah wilde anderen helpen]