‘Vrouwen 35-44 jaar grootste shoppers Black Friday’

In de uren die koopjesfestijn Black Friday in Nederland nu gaande is, zijn het vrouwen tussen de 35 en 44 jaar die hun slag het meest slaan. Het verkeer aan webwinkels ligt vandaag veertig procent hoger van in 2018, aldus cijfers van Beslist.nl.

De prijsvergelijker dook vanochtend in serverstatistieken om een eerste beeld van Black Friday te kunnen geven. De allereerste conclusie is: Nederland trekt de portemonnee rond deze dagen steeds makkelijker en verder open. Niet in het minst omdat na het weekend direct ook Sinterklaas voor de deur staat waardoor huishoudens met kinderen moeiteloos het nuttige met het aangename verenigen.

Beslist.nl concludeerde uit data op zijn eigen site vorig jaar dat het aantal verkochte items toen steeg met 383 procent. Dit jaar lijkt de piek nog hoger te worden. “In de week voorafgaand aan Black Friday 2019 werd al 120 procent meer naar online naar deals gezocht in de week voorafgaand aan [deze vrijdag].”

“Populaire koopjes zijn duurdere artikelen zoals elektronica en huishoudelijke apparaten. De consument ziet dit als de tijd om de smartphone te vervangen of om een huishoudelijk apparaat te kopen. De grote stijger op deze dag zijn de Apple AirPods. De top vijf van de populairste productcategorieën zijn koffiezetapparaten, stofzuigers, mobiele telefoons, speakers en tv’s.”

Concurrent Kieskeurig.nl meldt: “Gemiddeld zijn consumenten over de gehele linie ruim elf procent voordeliger uit en is de gegeven korting over de dertig belangrijkste productgroepen een half procent minder dan in 2018. Vooral de smartphones dalen minder in prijs dan in 2018. Van de hoogste korting profiteren de PS4-bezitters. Gemiddeld geldt er voor PS4-games namelijk een korting van 27 procent ten opzichte van een week eerder.”

Van de actieve shoppers in deze periode is 36 procent man en 64 procent vrouw. In Flevoland wonen volgens Beslist relatief de grootste voordeelshoppers, de Noord-Hollanders blijven relatief het nuchterst onder de hoge kortingen.

Foto: Giuseppe Milo (cc)